Van veldkei tot volksvermaak
Wie in Groningen spreekt over kaaibakken, bedoelt hetzelfde als wat in Friesland piksjitten heet, in Drenthe blokgooien en in Twente butken. De regels verschillen per streek, maar het idee is overal hetzelfde: met een kei of kogel moet een houten blok – de kaai – worden omvergegooid. Op dat blok liggen muntstukken of fiches, ingezet door de spelers. De munten die eraf vallen en met de kop omhoog belanden, zijn voor de werper. Zo simpel als het klinkt, zo fanatiek kan het eraan toegaan.
Het spel werd vroeger vooral gespeeld in de winter, als er minder werk op het land was. Boeren en arbeiders trokken er dan op uit met keien, blokken en wat kleingeld. Wie won, kon zich van het prijzengeld iets extra’s veroorloven: een zeldzame traktatie in sobere tijden.
Regionale trots met verschillende namen
Het spel komt vooral voor in het noorden en oosten van Nederland, al wordt het ook gespeeld op de Duitse eilanden Borkum en Norderney. In Drenthe werd het blokgooien zelfs in 2015 opgenomen in de Nationale Inventaris Immaterieel Erfgoed. Niet vreemd dus dat de Drenten zichzelf graag als de grondleggers van het spel zien, al claimen de Groningers minstens zo hard hun eigen variant. K. ter Laan beschreef het spel al in 1929 in zijn Nieuw Groninger Woordenboek, waarin hij tientallen regionale varianten opsomt: van kaaigooien tot boerbakjen.
/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F10%2FcmZnoQV9dTlmo91761732771.jpg)
Spelregels vol spanning
Kaaibakken kan gespeeld worden op gras, zand of ijs. De spelers gooien onderhands met een steen of ijzeren kogel richting de kaai. Wordt het blok geraakt en omvergeworpen, dan bepaalt de stand van de munten of fiches wie de winst pakt. In Drenthe gebruikt men nog altijd termen uit de 19de eeuw: let en lieuw, afgeleid van de letters en leeuw op oude munten.
In moderne toernooien worden centen vaak vervangen door rood-witte fiches: makkelijker zichtbaar, maar de spanning blijft hetzelfde. Wie de stenen van anderen raakt, stuurt die spelers terug naar de meet, de beginlijn. De laatste die overblijft, wint. Het is een spel van precisie, lef en soms een flinke portie geluk.
Van dorpsspel tot kampioenschap
In de jaren 80 kreeg het spel een tweede leven dankzij oud-onderwijzer Wim Dussel van het Veenkoloniaal Museum in Veendam. Hij organiseerde de eerste moderne kaaibakwedstrijden, die sinds 2002 jaarlijks in Nieuwe Pekela plaatsvinden. Officieel heten ze de Nederlandse kampioenschappen, maar in Pekel spreken ze met een glimlach ook wel van het wereldkampioenschap.
Wat ooit begon met een paar veldkeien en een blok hout, is uitgegroeid tot een stukje levend erfgoed dat nog altijd met trots wordt doorgegeven. Of je het nu kaaibakken, piksjitten, butken of blokgooien noemt: het blijft een echte traditie uit het noorden.
- De Verhalen van Groningen, Wikipedia