De herfst als hoogseizoen
Het klopt dat de meeste paddenstoelen hun intrede doen in de herfst. Dat heeft alles te maken met het mycelium, ook wel zwamvlok genoemd: het ondergrondse netwerk van schimmeldraden waaruit de paddenstoel groeit. Dit mycelium leeft het hele jaar door, maar pas wanneer de omstandigheden goed zijn – vocht, warmte en voedsel – verschijnt de paddenstoel zelf aan het oppervlak.
In de herfst liggen de bossen vol afgevallen bladeren en dood hout, een rijk buffet voor schimmels die zich voeden met organisch materiaal. Tegelijkertijd blijft de bodem nog warm van de zomer en zorgt de regen voor voldoende vocht. Die combinatie maakt september tot november hét moment waarop het mycelium z’n vruchten afwerpt: letterlijk, in de vorm van paddenstoelen.
Niet alleen in het bos – en niet alleen in de herfst
Toch is het een fabel dat paddenstoelen alleen in de herfst groeien. In Nederland zijn bijna 50.000 soorten te vinden, en sommige hebben een heel ander ritme.
Er zijn soorten die juist op bomen of graslanden leven, en die zie je ook in de lente of de zomer. Denk aan houtzwammen op boomstammen of champignons in open weides. Zolang er genoeg vocht en voedsel is, kan een paddenstoel verschijnen.
De winter is meestal te koud en te droog – het mycelium kruipt dan letterlijk onder de grond. Maar zodra het klimaat zachter en vochtiger wordt, herneemt het leven zich vanzelf. Zelfs in een milde maart kun je soms al de eerste exemplaren ontdekken.
Kortom: de herfst is favoriet, maar niet exclusief
Paddenstoelen zijn er het hele jaar door, al laten ze zich vooral in de herfst zien. Ze volgen niet de kalender, maar het weer. Warmte, vocht en voedsel: dat is alles wat ze nodig hebben. Dus ja – wie door het herfstbos loopt, vindt ze in overvloed. Maar kijk eens goed rond in de lente of zomer, en je zult zien: soms duikt de magie van de herfst ook buiten het seizoen op.
- IVN, Quest, Max Vandaag
- Adobe Stock