Dit zijn de mooiste plekken om paddenstoelen te spotten in Drenthe, Friesland en Groningen

Drenthe

Wie aan paddenstoelen denkt, denkt vaak aan Drenthe. De provincie is gezegend met uitgestrekte bossen en mooie heidegebieden waar zwammen zich thuis voelen. Vooral het Dwingelderveld is een paradijs: hier verschijnen elfenbankjes, boleten en vliegenzwammen in overvloed.

Ook het Drents-Friese Wold, een nationaal park op de grens van Drenthe en Friesland, staat bekend om de vele verschillende paddenstoelensoorten. Vooral rond Diever, Oude Willem en Appelscha (in Friesland) kun je prachtige exemplaren vinden. Neem een loepje mee en kijk eens goed naar het mos: de kleinste soorten zijn vaak ook erg bijzonder.

{{ trans('customs.newsletter_signup.responsemsg') }}

{{ trans('customs.buttons.signup') }}

Vul een geldig emailadres in. {{ errors . email[0] }}

Friesland

In Oranjewoud dicht bij Heerenveen, ooit aangelegd als lustoord voor de Friese adel, staan eeuwenoude eiken en beuken die perfecte omstandigheden bieden voor zeldzame soorten. Ook het Rijsterbos in Gaasterland en de bossen bij Bakkeveen zijn de moeite waard: in de herfst veranderen deze plekken in een oase van rust en kleur.

Bijzonder is ook de Rotstergaaster Wallen in Zuidwest-Friesland, het enige wasplatenreservaat van Nederland. Dit is een paradijs voor kenners én liefhebbers, waar je tussen oude wallen, greppels en loofbossen talloze zeldzame soorten kunt ontdekken.

Groningen

In Groningen wordt je vooral in het Lauwersmeergebied beloond. Daar zijn talloze soorten te vinden, van kleine knoopzwammetjes tot robuuste boleten. Ook de Appelbergen bij Glimmen is een aanrader: een oud natuurgebied vol bossen, meertjes en zandheuvels.

Daarnaast vind je op de vele Groningse landgoederen, zoals de Coendersborg bij Nuis en de Fraeylemaborg in Slochteren, echte herfstjuweeltjes. De oude lanen en bossen herbergen een rijke variatie aan paddenstoelen, die prachtig afsteken tegen het historische decor van de borg.

Extra tip

Wil je veel mooie paddenstoelen zien? Ga vooral vroeg op pad, het liefst na een regenachtige nacht. Draag (regen)laarzen, neem een camera en een spiegeltje mee, zodat je de verschillende soorten nog beter kunt bekijken.