Eetbaar of niet?
Niet elke kastanje is geschikt om te eten. Er bestaan twee soorten: tamme kastanjes en paardenkastanjes. Die laatste kun je beter links laten liggen: ze smaken bitter en kunnen buikpijn veroorzaken. Tamme kastanjes daarentegen zijn zacht, vol en lichtzoet van smaak. Je herkent ze aan hun platte zijde en de bolster vol fijne stekeltjes, waarin vaak meerdere kastanjes tegelijk zitten. Paardenkastanjes zijn ronder, met een dikkere schil en minder stekels. Even opletten dus, want de eetbare variant is het zoeken meer dan waard.
/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F10%2F65kweiVVgP2Ccq1760355474.jpg)
Zo pof je ze
Tamme kastanjes zijn te koop in sommige winkels, maar zelf rapen maakt het extra leuk. Ga bijvoorbeeld op kastanjetocht in het bos met de (klein)kinderen en neem je vondsten daarna mee naar huis. Je kunt de kastanjes dan drogen en rauw eten, zoals noten, maar het is nog lekkerder om ze te poffen. Daar heb je slechts een paar dingen voor nodig: een beetje boter, een scherp mes en een pan. We leggen uit hoe het moet:
- Haal de kastanjes uit de bolster en leg ze in een kom water. Kastanjes die naar de bodem zakken zijn goed om te gebruiken, maar kastanjes die blijven drijven kun je het best bij het groenafval gooien.
- Kerf met een mesje een kruisje in de platte kant van elke kastanje.
- Smelt een klontje boter in een pan op middelhoog vuur en voeg de kastanjes toe.
- Dek af met een deksel en schud af en toe, zodat ze niet aanbakken.
- Na 10 à 15 minuten barsten de schillen open en is de binnenkant mooi zacht.
- Pel de kastanjes terwijl ze nog warm zijn – dat gaat het makkelijkst. Let wel op dat je je handen niet brandt.
- Serveer de gepofte kastanjes met wat boter en een snuf zout, of gewoon puur.
- Landleven, Libelle Lekker
- Adobe Stock