Deze 3 eigenwijze musea in Drenthe wil je bezoeken

Miramar Zeemuseum in Vledder

Een zeemuseum midden in het bos: het klinkt als een raadsel, maar in Vledder wordt het werkelijkheid. In dit Drentse dorp bracht Jeanne Warners, een vrijgevochten dame en wereldreizigster, haar levensverzameling van schelpen, vissen en rariteiten bijeen. Vanaf de jaren 50 trok ze solo de wereld over – van de Balearen tot West-Afrika – en keerde ze telkens terug met koffers vol schatten uit de zee.

In het Miramar Zeemuseum vertellen haar vondsten het verhaal van een vrouw die haar tijd ver vooruit was. Bezoekers dwalen door haar Wunderkammer, vol glanzende schelpen, opgezette zeedieren en wonderlijke curiosa, en werpen een blik in haar nagebouwde werkkamer. Daar lijkt “juffrouw Warners” nog altijd rond te waren, dromend van verre stranden en het volgende avontuur.

{{ trans('customs.newsletter_signup.responsemsg') }}

{{ trans('customs.buttons.signup') }}

Vul een geldig emailadres in. {{ errors . email[0] }}

Museum Valse Kunst in Vledder

Nog zo’n eigenzinnig pareltje in Vledder: het Museum Valse Kunst, waar niets is wat het lijkt. In dit voormalige raadhuis hangen de bekendste meesterwerken ter wereld – maar dan nét niet. Hier zie je de “Mina Lisa”, een jeugdiger versie van Da Vinci’s icoon, of een “Matisse” die ooit een verzamelaar flink op het verkeerde been zette. De oprichters, Henk en Erna Plenter, begonnen hun collectie na een paar kostbare miskopen.

Wat begon als een les in bescheidenheid groeide uit tot een unieke verzameling van vervalsingen, kopieën en kunstige bedriegerijen. Rondleiders vertellen met twinkelende ogen over technieken, pigmenten en craquelé, en bezoekers leren zelf het verschil tussen echt en vals. Want in dit museum draait het niet om wat waar is, maar om hoe briljant je voor de gek kunt worden gehouden.

Drents Museum De Buitenplaats in Eelde

In Eelde stap je een andere wereld binnen: die van kunst, natuur en architectuur. De Buitenplaats – sinds 2024 onderdeel van het Drents Museum – is hét Nederlandse huis van de art nouveau. Het complex, ontworpen door Alberts en Van Huut, ademt organische vormen: muren lijken te groeien, daktuinen vloeien over in bloemenborders, en kunstwerken duiken op tussen taxushagen en vijvers.

In het paviljoen wisselen tentoonstellingen over kunst rond 1900 elkaar af, terwijl het aangrenzende 17de-eeuwse Nijsinghhuis pronkt met muurschilderingen van Noordelijke Figuratieven als Röling en Muller. De tuinen, ontworpen in samenspraak met landschapsarchitecten Copijn, zijn op zichzelf al een bezoek waard.