1. Ze komen van ver
De pompoen komt oorspronkelijk uit Zuid- en Midden-Amerika, waar hij al duizenden jaren geleden werd verbouwd. In Peru en Mexico stond hij meer dan 9000 jaar geleden al op het menu. Pas in de 16de eeuw reisde de vrucht – want ja, pompoen is botanisch gezien geen groente – mee naar Europa. Inmiddels is hij niet meer weg te denken uit onze keukens, tuinen én vensterbanken.
2. Ze zijn heel gezond
Pompoenen bestaan voor 90 procent uit water, bevatten veel vezels en weinig calorieën. Ze zitten vol vitamine A, C en E, en dankzij de stof betacaroteen zijn ze goed voor je huid en ogen. Ook de pitten zijn kleine krachtpatsers: ze bevatten mineralen als magnesium, ijzer en zink, en worden gebruikt voor pompoenpitolie – een groene olie met een nootachtige smaak. Voor één liter olie heb je wel 3 kilo pompoenpitten nodig!
3. Er bestaan vele soorten
Er bestaan zo’n 800 pompoensoorten en ze komen in allerlei kleuren voor: oranje, geel, groen, wit en zelfs gestreept of gevlekt. Bekende soorten zijn de muskaatpompoen en de flespompoen, met hun volle, zoetige smaak. Hoe groter de pompoen, hoe meer water erin zit – kleiner is dus vaak lekkerder. Over grote pompoenen gesproken: de zwaarste pompoen ooit geteeld woog meer dan 1.246 kilo – een record dat sinds 2023 op naam staat van een Amerikaanse tuinbouwleraar.
4. Ze blijven lang goed
Het pompoenseizoen loopt van september tot en met november. Bewaar ze op een koele, donkere plek; dan blijven ze tot wel twee maanden goed. Een aangesneden pompoen bewaar je hooguit enkele dagen in de koelkast, afgedekt met folie. In de keuken is de pompoen een echte alleskunner: in soep, ovenschotel, hartige taart, risotto, of gewoon geroosterd uit de oven. Zelfs de schil van sommige pomoenen – zoals de hokkaido of kabocha – kun je eten: die wordt vanzelf zacht bij het bereiden.
5. Niet elke pompoen is eetbaar
Hoewel pompoenen heerlijk en veelzijdig zijn, is niet elk exemplaar geschikt om op te eten. De grote oranje exemplaren die speciaal voor Halloween worden verkocht, zijn meestal niet eetbaar en kunnen zelfs buikklachten veroorzaken. Die bevatten namelijk een hoog gehalte aan bittere stoffen (cucurbitacines). Dus: wil je een pompoen in de keuken gebruiken, kies dan een eetbare soort zoals de hokkaido of flespompoen. En heb je een decoratieve pompoen liggen? Pak dan liever de snijmessen, hol de pompoen uit en maak er een vrolijke lantaarn van.
- Veggipedia, Delicious Magazine, Nu.nl, Plan-Point, Liebherr
- Adobe Stock