Zwammen, schimmels en fungi
Om te beginnen: zwammen en schimmels zijn precies hetzelfde. Het zijn twee woorden voor één en dezelfde groep organismen, die in de wetenschap onder de naam fungi vallen. Schimmels zijn dus geen planten en ook geen dieren, al lijken ze qua bouw een beetje op beide. Ze hebben celwanden zoals planten, maar halen hun voeding – net als dieren – uit ander organisch materiaal.
Schimmels bestaan uit een netwerk van ragfijne draden, het mycelium, dat zich vaak diep in de grond of in dood hout bevindt. Dat onzichtbare netwerk is de eigenlijke “plant” van de schimmel. Wat wij bovengronds zien, is slechts een klein deel van het geheel.
De paddenstoel: het vruchtlichaam
Een paddenstoel is in feite het vruchtlichaam van een schimmel of zwam – de zichtbare top van een groot ondergronds netwerk. Vergelijk het maar met een appel: de appel is de vrucht van de boom, maar niet de boom zelf. Zo is ook de paddenstoel slechts het middel waarmee de schimmel zich voortplant. Onder de hoed van de paddenstoel zitten sporen, een soort minuscule zaadjes die door wind, regen of dieren worden verspreid.
Elfenbankjes, stuifzwammen, vliegenzwammen – ze lijken allemaal anders, maar zijn in essentie hetzelfde: de vruchtlichamen van een zwam. Zelfs de ogenschijnlijk houtachtige exemplaren op boomstammen horen daarbij.
/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F10%2Fo1KIEc4KfskmMN1760017275.jpg)
Waarom juist in de herfst?
De herfst biedt de ideale omstandigheden voor paddenstoelen. De bodem is nog warm van de zomer, maar ook vochtig door regen – precies wat schimmeldraden nodig hebben om te groeien. Zodra er voldoende vocht is, zuigen de cellen zich vol water en duwt de paddenstoel zichzelf letterlijk omhoog uit de grond. Zo “schieten ze uit de grond” – niet zomaar een uitdrukking dus.
Zelfs wanneer het seizoen voorbij is, leeft de zwam gewoon verder in de bodem. Alleen zijn vruchtlichamen verdwijnen; het mycelium blijft actief en wacht geduldig op de volgende herfst.
Natuurlijke opruimers
Schimmels zijn heel nuttig voor de natuur: zo breken ze dood organisch materiaal af en zetten het om in voeding voor planten. Sommige soorten werken zelfs samen met bomen: ze leveren water en mineralen in ruil voor suikers. Andere zijn juist parasitair en tasten verzwakte bomen aan. Wat hun rol ook is, één ding is zeker: zonder schimmels geen gezond bos – en zonder zwammen geen paddenstoelen.
- IVN Natuureducatie, Frank Wandelt
- Adobe Stock