Code geel? Dit is wat de kleurcodes echt betekenen

Code geel

Voor vandaag heeft het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) code geel afgegeven: het is tropisch warm en in de loop van de middag en avond worden onweers- en regenbuien verwacht. In Noord-Brabant, Limburg en Gelderland geldt zelfs code oranje. Maar hoe werkt dat eigenlijk, die kleurcodes? Wanneer wordt welke waarschuwing ingezet?

Vier kleuren, vier niveaus

Het KNMI werkt met een speciaal kleurcodesysteem om mensen snel en duidelijk te waarschuwen bij mogelijk gevaarlijk weer. Dat systeem heeft vier verschillende niveaus:

{{ trans('customs.newsletter_signup.responsemsg') }}

{{ trans('customs.buttons.signup') }}

Vul een geldig emailadres in. {{ errors . email[0] }}

• Code groen: geen bijzonderheden. Gewoon lekker weer, of in elk geval: niets om je zorgen over te maken.
• Code geel: wees alert. Het weer kan gevaarlijk zijn, vooral als je onderweg bent. Denk aan zware windstoten, onweersbuien, gladheid of dichte mist.
• Code oranje: grote kans op gevaarlijk en/of extreem weer, met eventuele impact. Dit kan bijvoorbeeld stormschade, overlast of gevaar voor verkeer en buitenactiviteiten betekenen.
• Code rood: weeralarm. Bij deze hoogst mogelijke waarschuwing is er sprake van extreem weer dat grote gevolgen kan hebben. Denk aan erge stormen, overstromingen of ijzel.

Wanneer wordt er een kleurcode afgegeven?

Het KNMI baseert zich op allerlei weermodellen en data. Niet alleen de intensiteit van het weer speelt een rol, maar ook het seizoen, tijdstip en de locatie. Zo is een hevige bui in de ochtendspits alarmerender dan dezelfde bui op een rustige zondagmiddag. Bovendien kan een code per regio verschillen. Zo kan Friesland code geel krijgen voor stevige wind, terwijl er in Groningen niets aan de hand is. De waarschuwingen gelden meestal voor 6 tot 24 uur vooruit.

Wat kun je doen bij code geel?

Bij code geel is er nog geen reden tot paniek, maar het is wel verstandig om alert te zijn. Bekijk het weerbericht voordat je de weg op gaat, houd lokale media in de gaten, haal losse spullen uit de tuin en stel buitenactiviteiten eventueel uit.