/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F06%2FV2CjUBrbqU85KY1749721625.jpg)
Waarom zijn insectenhotels nuttig?
Veel insecten – zoals wilde bijen, lieveheersbeestjes, gaasvliegen en oorwormen – vinden in moderne tuinen en steden weinig geschikte schuilplaatsen. Door het opruimen van rommelhoekjes en dode planten verdwijnen hun natuurlijke schuilplekken. Een insectenhotel is een goede oplossing: het is een kunstmatige nestplek waar verschillende soorten hun eitjes kunnen leggen of kunnen schuilen bij slecht weer. Vooral wilde bijen, die in tegenstelling tot honingbijen solitair leven, profiteren hier enorm van. Ga dus zelf aan de slag met een eigen insectenhotel: wij hebben een handig stappenplan voor je.
Dit heb je nodig:
- Een houten kistje, oude la of houten frame
- Bamboestokken, holle stengels, dennenappels, stro, riet en kleine takjes
- Onbehandeld hout voor vakverdeling
- Gaas of kippengaas (optioneel, tegen vogels)
- Schroeven
- Hamer
- Boormachine
Zo maak je zelf een insectenhotel:
- Maak een stevig houten frame of hergebruik een oude houten kist.
- Verdeel het frame in verschillende vakken met stukjes hout. Ieder vakje kun je vervolgens opvullen met ander materiaal.
- Vul de vakken: boor gaatjes van verschillende diameters in houtblokken (voor bijen), vul andere vakken met dennenappels (voor lieveheersbeestjes) en stro of riet (voor vliegen).
- Bevestig het hotel op een droge, zonnige plek, bijvoorbeeld tegen een muur van een schuur of tegen een boom – bij voorkeur op minimaal 1 meter hoogte.
- Laat het hotel nu met rust: insecten komen vaak vanzelf, vooral in de lente en zomer.
- Adobe Stock