/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F06%2FZsk6neYZvxFr281749645502.jpg)
Architectuur met idealen
De Amsterdamse School is een bouwstijl die vanaf circa 1910 ontstond als reactie op het zakelijke bouwen van die tijd. De stijl is expressionistisch van aard: gebouwen mochten opvallen, een verhaal vertellen. Met rijk metselwerk, torentjes, asymmetrische vormen, glas-in-lood en veel aandacht voor decoratie en kleur. Wat in Amsterdam begon, verspreidde zich in rap tempo door het land – en vond in Groningen opmerkelijk veel vruchtbare bodem.
Dat had alles te maken met de sociale, culturele en economische omstandigheden van de provincie. Door mechanisatie in de landbouw trokken veel werkloze landarbeiders naar de stad. Groningen groeide snel, maar de woonomstandigheden waren slecht. Dankzij de Woningwet van 1902 kwam daar verandering in: woningbouwcorporaties en de gemeente investeerden in betere, betaalbare huizen. Architecten kregen de kans om nieuwbouw te combineren met idealen over schoonheid en leefbaarheid – precies waar de Amsterdamse School voor stond.
Maar het waren niet alleen de arbeiders die profiteerden: ook rijke boeren lieten hun oog op de stijl vallen. In dorpen als Usquert, Haren en Zuidhorn verschenen imposante villa’s, vaak ontworpen door lokale architecten die hun opleiding of inspiratie in het westen hadden opgedaan.

Een nieuwe kunsttaal
De bloei van de Amsterdamse School in Groningen had veel te maken met de artistieke vrijheid van de regio. Kunstenaarscollectief De Ploeg, opgericht in 1918, pleitte voor vernieuwing in de kunst, architectuur en literatuur. Expressionistische vormen, felle kleuren en een experimentele houding typeren hun werk. Architecten als Egbert Reitsma en Siebe Jan Bouma waren lid van de Ploeg en lieten zich sterk inspireren door deze stromingen.
Veel Amsterdamse School-gebouwen in Groningen kregen dan ook een eigen gezicht: strakker van vorm, minder ornamenten, maar met een opvallend kleurgebruik. Gele, rode en blauwe kozijnen, verschillende baksteentinten en veel aandacht voor ambachtelijk metselwerk – met stenen afkomstig uit de vele steenfabrieken in Groningen.

Kleur en karakter
In Stad valt vooral de Oosterparkwijk op: deze volkswijk was een proeftuin voor moderne arbeiderswoningen. In de Gerbrand Bakkerstraat zie je opvallende kozijnen in blauw en oranje, dieprode deuren en speels gemetselde gevels. Op de hoek van de Zaagmuldersweg staat het voormalige politiebureau, tegenwoordig een restaurant, met felgele kozijnen en robuuste bakstenen.
Even verderop ligt de Siebe Jan Boumaschool, vernoemd naar de stadsarchitect die veel invloed had op het straatbeeld. Het gebouw is nu een buurtcentrum, maar nog altijd een sterk voorbeeld van de Groningse interpretatie van de Amsterdamse School: hoekig, kleurrijk en expressief – maar ook functioneel en stevig geworteld in de omgeving.
De Amsterdamse School in Groningen is dus niet alleen terug te vinden in woonhuizen en villa’s, maar ook in publieke gebouwen zoals scholen, kerken, brugwachtershuisjes en zelfs openbare toiletten. Ook buiten de stad, in het Ommeland: neem de watertoren van Stadskanaal, of het voormalige raadhuis van Usquert – twee bekende gebouwen met een praktische functie en kenmerkende vormen.
Echt Gronings
Wat de Amsterdamse School in Groningen zo bijzonder maakt, is hoe de stijl hier een eigen richting op ging. In plaats van ronde vormen en witte kozijnen, koos men voor hoeken, kleur en ambacht. Het was bouwkunst met een boodschap: schoonheid hoort thuis in het dagelijks leven, ook voor gewone mensen. Vandaag de dag is deze architectuur nog altijd prominent aanwezig. Je ziet het in scholen, bruggen, woningen en torens – verspreid over Stad en Ommeland.
- Visit Groningen, De Erfgoedstem, Wikipedia, Avontuurlijk Wandelen
- Adobe Stock