Het is weer tekenseizoen: dit moet je doen bij een tekenbeet

Extra oplettendheid

Zodra het buiten warmer wordt, trekken we met z’n allen graag de natuur in. Maar met het nieuwe buitenseizoen begint ook het tekenseizoen – en dat vraagt om extra oplettendheid. Teken zijn kleine, spinachtige beestjes die zich vooral thuisvoelen in hoog gras, struikgewas en bossen. Een beet voel je meestal niet, maar kan wel gevolgen hebben. Gelukkig kun je met de juiste voorzorgsmaatregelen en snel handelen de risico’s beperken.

Controleer altijd na een wandeling

Of je nu in het bos hebt gewandeld, in de tuin hebt gewerkt of op het platteland bent geweest: controleer jezelf, je (klein)kinderen en huisdieren altijd op teken. Ze bijten zich vaak vast op warme, zachte plekken, zoals de knieholtes, liezen, oksels, achter de oren of in de haargrens.

{{ trans('customs.newsletter_signup.responsemsg') }}

{{ trans('customs.buttons.signup') }}

Vul een geldig emailadres in. {{ errors . email[0] }}

Wat te doen bij een tekenbeet?

Heb je een teek gevonden? Verwijder deze dan zo snel mogelijk met een speciale tekentang of een pincet. Pak de teek zo dicht mogelijk op de huid vast en trek 'm langzaam en recht eruit. Probeer het lijfje niet te draaien of te pletten, zodat er geen (extra) bacteriën vrijkomen.

Maak na het verwijderen de beetplek schoon met alcohol of jodium en onthoud de datum van de beet. Houd de plek een paar weken in de gaten: ontstaat er een rode ring of vlek of krijg je griepklachten? Neem dan contact op met je huisarts.

Voorkomen is beter dan genezen

Ga je eropuit? Draag in natuurgebieden dichte (wandel)schoenen, een lange broek – bij voorkeur ín de sokken – en gebruik een insectenwerend middel met DEET. Controleer ook je huisdieren regelmatig, vooral als ze door het hoge gras of het bos hebben gerend.