Lifestylemagazine over Noord-Nederland

Oma weet raad: zo kies en bewaar je de lekkerste asperges

Je weet dat het écht lente is als de eerste asperges weer op tafel verschijnen. Oma noemde ze steevast het "witte goud" – en terecht! Hier haar beste tips om die mooie stengels goed te kiezen, bewaren en bereiden. Want verspillen? Dat doen we niet, hoor.

Asperges

Eerst kiezen, dan koken

Volgens oma begint het aspergeplezier al in de winkel of bij de boer. Ze had altijd zo haar trucjes om te checken of ze vers waren. Pak twee asperges en wrijf ze zachtjes tegen elkaar. Piepen ze een beetje? Dan weet je: vers. Kijk ook naar de glans op de stengel en of het kontje er niet droog uitziet – dat is belangrijk voor een goede asperge.

En denk eraan: koop asperges van gelijke dikte, dan garen ze tegelijk. Voor echte fijnproevers raadde oma altijd de “AA-klasse” aan: lekker dik (tussen de 20 en 28 mm), zacht van binnen en boordevol smaak. Maar eerlijk is eerlijk: het ligt ook aan je eigen voorkeur. “Zolang ze maar kraakvers zijn,” zei ze dan. Reken op zo’n pond per persoon – dat zijn zo'n zeven stuks.

Bewaren met liefde

Een bundel verse asperges? Die moet je niet zomaar in een plastic zakje in de koelkast laten liggen. Nee, volgens oma moesten ze ademen. Haal ze dus uit de verpakking, wikkel ze in een vochtige theedoek en leg ze onderin de koelkast. Zo blijven ze wel twee à drie dagen goed. En als je ze echt later wilt gebruiken, kun je ze zelfs kort blancheren en invriezen. Maar zorg er dan wel voor dat je ze goed verpakt.

Schillen zonder scheuren

Schillen deed oma zittend aan de keukentafel, met een dunschiller en een omgekeerde pan als plankje – zodat de stengel mooi blijft liggen en niet breekt. Ze sneed altijd zo’n anderhalve centimeter van de onderkant af (tenzij ze ze net van de boer had) en legde ze eerst even in koud water. “Dan zuigen ze zich lekker vol en zijn ze makkelijker te schillen.”

Begin met schillen vanaf een paar centimeter onder het kopje en werk naar beneden. Zorg dat je geen stukjes overslaat – want niemand wil op draderige velletjes kauwen. En de schillen? Die gooide ze nooit weg, want daar trek je een heerlijke pan soep van!

Aspergesoep. Foto: Adobe Stock

En dan: het koken

Oma’s gouden regel? Zorg dat je de asperges niet overkookt. Grootmoeder legde de asperges altijd in ruim kokend water met een snufje zout, liet ze vijf minuutjes zachtjes koken en draaide dan het vuur uit. De deksel op de pan en nog een kwartiertje laten nagaren. Daarna haalde ze ze voorzichtig uit het water en liet ze uitlekken op een schone theedoek. En dat kookvocht? Dat bewaarde oma, want weggooien is zonde. Daar trok ze later soep van – en vaak nog met diezelfde schillen erbij.

Serveer je asperges klassiek met ham, eitjes en botersaus, of maak er iets nieuws van. Maar geniet vooral, want voor je het weet is het 24 juni – dan is het seizoen weer voorbij en moeten we weer een jaar wachten. Dus hup, naar de boer of markt, en kies de mooiste asperges uit.

Culinair
  • Libelle
  • Adobe Stock