/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F04%2FTEIMzkKEn6Mv5S1744371682.jpg)
'Altijd iets nieuws'
Marlene Bakker hoeft maar een verhaaltje te vertellen of je hangt al aan haar lippen, gewoon bij haar thuis aan de eettafel. Met opgestroopte mouwen roert ze in een denkbeeldige ketel soep, van een oude weefster die vergeet dat die ketel op het vuur staat. De weefster woont samen met een kraai: de vogel ziet zijn kans schoon zodra de vrouw zich eindelijk over haar soep buigt. Met zijn snavel pikt hij haar weefsel los. Maar, vertelt Marlene, ‘in plaats van dat de vrouw in paniek raakt of boos wordt, ziet ze een draadje liggen en daarmee begint ze opnieuw te weven. Dus ook al lijkt het alsof de dingen uit elkaar beginnen te vallen, er zal altijd wel weer iets nieuws ontstaan.’
Doodstil was het in de Stadsschouwburg in Groningen toen ze hiermee een voorstelling afsloot. ‘Ik wilde het publiek iets hoopvols meegeven in deze rare tijd, met de verrechtsing die aan de gang is.’ “Gewoon" wat mooie liedjes zingen, daar doet ze het niet voor.
Magische plek
Voor wat ze met haar muziek wil overbrengen, heeft Marlene een gesmeerd werktuig in handen: de Groningse taal, die ze aanvankelijk alleen passief beheerste. Tot haar tiende woonde ze in Niezijl, in het Westerkwartier, waar haar vader een woonboerderij had opgeknapt. Later verhuisde het gezin naar Smeerling, in het glooiende, bosrijke Westerwolde. ‘Een paar boerderijen en een heel mooi natuurgebied,’ zo vat ze het samen. Denk maar niet dat de jonge Marlene het moeilijk had met opnieuw beginnen in zo’n afgelegen oord. ‘Wáúw, dacht ik, wat is dit voor magische plek? Ik was best een dromerig kind. Ik kon heel makkelijk alleen zijn en speelde ook wel veel alleen.’
Zingen deed ze toen ook al, en luisteren, naar de vinylcollectie van haar ouders. ‘Mijn moeder heeft een oor voor sterke liedjes en maakte graag zelf tapejes, die we thuis en in de auto draaiden. Daar stond van alles op: soul, pop, rock, en dat ging van David Bowie naar Kate Bush naar Rammstein. ‘Achter in de auto zong ik mee, tegen de autoruit aan, want dat werkte als een soort klankkast die mijn stem mooi weerkaatste. Toen was ik al bezig met mijn eigen stemgeluid.’
De Groningse taal hoorde ze veel om zich heen, bij anderen, zoals haar ouders die het met elkaar spraken, bij familie en buren. ‘Op de basisschool in Onstwedde bleken ook de kinderen Gronings te praten. Ik probeerde dat ook, maar toen werd ik natuurlijk keihard uitgelachen. Dus daar ben ik snel weer mee opgehouden, jammer genoeg.’

Groningse wortels
Later, als tiener, fietste ze een uur naar de middelbare school in Stadskanaal en weer terug: ‘Met de discman op. Er was wel een fietsgroep, maar ik vond het na een tijdje wel best. Ik wilde gewoon lekker in mijn eentje muziek luisteren.’ Ze kreeg een vriendje dat al op de Rock Academie in Tilburg zat. Daarmee kreeg Marlene ook een doel: ze mocht auditie doen, voor zang en voor songwriting. Ze werd voor beide aangenomen en koos uiteindelijk voor songwriting. ‘Ik was net 18 toen ik naar Brabant verhuisde.’
Het zou een harde knip blijken. Ze zat in een ‘tof jaar’ en had gezellige huisgenoten, maar de heimwee sloeg toe. ‘Dat overviel me enorm. Ik werd me ineens bewust van mijn roots en van hoe Gronings ik eigenlijk was, en hoeveel Gronings er stiekem in mijn Nederlands was gesijpeld. Ik zei dingen die anderen helemaal niet snapten: dit koekje is “slof”, of: wat is er “voor” de televisie?’ Achteraf, denkt ze nu, had ze op de academie beter kunnen kiezen voor zang. ‘Ik was nog zo’n guppy.’
Verder lezen
Het volledige interview met Marlene Bakker lezen? Dit interview staat in de nieuwste voorjaarseditie van Noorderland. Deze is tot 13 mei 2025 te koop in de winkels en is ook gemakkelijk online te bestellen via onze eigen webshop. Voor deze editie liepen we het Pionierspad, proefden we in Oost-Groningen het drankje fladderak en staan we uitgebreid stil bij 80 jaar vrijheid. Dit – en nog veel meer – lees je nu in ons nieuwste nummer.
- Anjo de Haan