/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F04%2FN6aHEvicWMvLOJ1744358372.jpg)
Een ei hoort erbij! Of je ze nu beschildert samen met de (klein)kinderen of ze serveert tijdens een lekkere paasbrunch: een perfect gekookt eitje mag niet ontbreken. Maar hoe bereik je die ideale balans tussen eiwit en eigeel? Met deze tips lukt het gegarandeerd.
1. Kies het juiste ei
Begin bij de basis: verse eieren zijn heerlijk, maar nét iets minder geschikt om te koken omdat ze lastiger te pellen zijn. Een ei van een paar dagen oud is daarom beter. Haal ze bovendien op tijd uit de koelkast zodat ze op kamertemperatuur zijn. Zo barsten ze minder snel in het hete water.
2. Breng water aan de kook
Gebruik een pan waarin de eieren precies onder water kunnen staan. Zodra het water kookt, draai je het vuur lager zodat het zachtjes blijft borrelen. Laat de eieren voorzichtig met een lepel in het water zakken om barsten te voorkomen.
3. Kooktijd is alles
Nu komt het aan op precisiewerk: houd de timer of kookwekker goed bij voor het perfecte ei! Voor een zachtgekookt ei met een lopende dooier houd je 5 à 6 minuten aan. Wil je juist een half zachtgekookt ei met een romige dooier? Kook dan de eieren 7 tot 8 minuten. Een hardgekookt ei heeft 9 à 10 minuten nodig.
4. Koel direct af
Haal de eieren na het koken meteen met een lepel uit de pan en doe ze in een kom met koud water of houd ze even onder de kraan. Hiermee laat je de eieren "schrikken": je stopt het garingsproces en het maakt het pellen gemakkelijker en sneller.
5. Serveer feestelijk
De eieren zijn klaar om gegeten – of versierd! – te worden. Serveer je eitjes met een snuf zout, kervel of een likje kruidenboter. Voor Pasen kun je ze natuurlijk ook vrolijk beschilderen en ze in een mooi eierdopje presenteren. Geniet ervan!
- Adobe Stock