Lifestylemagazine over Noord-Nederland

Koningin Wanda’s vloek: de tragische legende van Vlieland

Op Vlieland, een eiland waar de verhalen van oude tijden nog altijd in de duinen weerklinken, heerste ooit een koningin wiens familie gebukt ging onder een dodelijke vloek. Dit is het verhaal van Wanda’s toren en de verloren zonen van het eiland.

Vlieland

Koningin Wanda

Lang geleden, in de 13de eeuw, heerste koningin Wanda over Vlieland. Ze was een krachtige, eigenzinnige vrouw en het eiland was haar rijk. Wanda had twee zonen: Runo, de oudste, en Worp, de jongste. De familie van Wanda was vervloekt. Er was een oude voorspelling die waarschuwde dat de haven van Vlieland zou verzanden als een broedermoord zou plaatsvinden. En als het ooit nóg een keer zou gebeuren, zou de zee door het eiland heen stromen en zou Vlieland verzwolgen worden.

Er had al eens een broedermoord plaatsgevonden, en de haven van Vlieland was inderdaad verzand. Toch had Wanda nooit geloofd dat het tweede deel van de vloek zou uitkomen: haar oudste zoon, Runo, was als kind namelijk verloren gegaan tijdens een verschrikkelijke storm. Hij verdween op een ijsschots, vlak voor kerst, en sindsdien had ze alleen Worp nog.

Monniken op het eiland

Worp was Wanda's enige gezelschap in een hut die ze op een grote duin had gebouwd. Het eiland zelf had haar huis altijd ‘de toren van Wanda’ genoemd, een naam die ze met trots maar ook een beetje ironisch droeg. Toen Worp volwassen werd, kwamen de monniken van het Friese klooster Ludingakerke naar Vlieland. Ze hadden grote plannen: ze wilden een kanaal graven tussen Texel en Vlieland, een project om overtollig water uit de Zuiderzee naar de Noordzee af te voeren. Ze huurden de eilanders in om te helpen bij de graafwerkzaamheden en betaalden hen goed. Maar Wanda zag hen als een bedreiging: ze was bang dat de monniken het gezag over haar eiland zouden overnemen en probeerde de eilanders tegen hen op te zetten.

De Vlielanders waren echter niet gevoelig voor haar woorden. Ze genoten van het goede loon dat ze voor hun werk kregen, dus Wanda besloot haar zoon Worp te overtuigen om in actie te komen. 'Laat de monniken het veld niet meer betreden,' zei ze met een blik van vastberadenheid. 'Als hij uit de weg is, zal het werk stil liggen en zullen die monniken het eiland verlaten. Dan kunnen we weer in vrede leven.' Maar Worp weigerde resoluut. 'Ik zal nooit geweld gebruiken tegen een ander,' riep hij vastberaden.

Een tragische moord

Toch bleef Wanda’s stem in Worps gedachten echoën. Op een dag kwam hij Bouwe, de leider van de monniken, tegen in de duinen. Bouwe was bezig de meeuwen weg te jagen die rond zijn hoofd cirkelden. Geërgerd sloeg hij met zijn staf naar de vogels, wat Worp irriteerde. 'Wat komt u hier nu weer verstoren?' vroeg hij op een boze toon. De spanning in de lucht was te voelen. Bouwe glimlachte vriendelijk om Worp te laten kalmeren, maar hij interpreteerde dit als een spotlach. Gevoelens van frustratie en woede gloeiden in hem op. Hij trok naar de monnik toe, greep hem vast, en in de worsteling die volgde sloeg Bouwe hem met zijn staf in de borst.

Worp voelde een razende woede opkomen. De woorden van zijn moeder voelden als een brand in zijn oren. In een vlaag van drift greep hij naar zijn mes en stak Bouwe met een ongecontroleerde beweging in de borst. De monnik viel en Worp rende terug naar zijn moeder om haar te vertellen wat hij had gedaan. Bij haar hoorde hij een moment van opluchting, maar toen zag ze dat het mes niet meer aan Worp’s riem hing. Binnen de kortste keren stond het plaatselijke bestuur bij de hut om Worp op te pakken. Ze hadden het mes herkend en wisten dat het van hem was.

Een woeste storm

Toen Worp en Wanda voor de autoriteiten stonden, werd Wanda gedwongen om het mes te herkennen. Terwijl ze zich over het lijk van de monnik boog, ontdekte ze iets dat haar hart deed stilstaan. Rond de nek van Bouwe zat een schelpenketting die ze zelf ooit had gemaakt. Wanda herkende de ketting meteen, en haar adem stokte. 'Hoe komt hij aan die ketting?' vroeg ze in een plotselinge paniek. De abt van Ludingakerke, Syard, vertelde haar kalm dat Bouwe de ketting zijn hele leven had gedragen. 'Hij werd ooit gered van een ijsschots, toen hij nog een kind was, door de monniken van ons klooster,' zei hij.

Wanda viel van schrik bijna om. De waarheid sloeg in als een mokerslag. De monnik die ze had gedood, was haar verloren zoon Runo. De herinnering aan de stormnacht, toen Runo was verdwenen, kwam met een schok terug. Wanda zakte door haar knieën, haar ogen vol tranen. 'Worp!' riep ze uit, 'Wat heb je gedaan? Je hebt je eigen broer vermoord! Nu zal de vloek werkelijkheid worden! De zee zal het eiland verzwelgen!'

Op dat moment begon de lucht te betrekken. Een woeste storm kwam opzetten, de golven sloegen woedend tegen de duinen. Wanda, gebroken door verdriet en schuld, rende naar het water. De zee verzwolg haar alsof ze het eiland was en Wanda verdween in de razende golven.

Worp, de berouwvolle zoon, werd door de monniken van Ludingakerke in hun klooster opgenomen. Maar soms, wanneer de stormen over Vlieland raasden, beweerden de eilanders dat ze een vrouw zagen staan op het hoogste duin, haar armen omhoog gericht, alsof ze de woeste zee wilde terugdringen. Het was Wanda, de koningin van Vlieland, die haar eiland voor altijd in haar hart droeg.

Cultuur
  • VVV Vlieland, Marian Woestenburg, Visit Wadden
  • Adobe Stock