/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F03%2FOxJKiVj8LxqsRj1742981084.jpg)
1. Snoeien
Het kan best verleidelijk zijn om de snoeischaar erbij te pakken en overhangende takken van struiken en heggen weg te knippen. Toch kun je dat beter niet doen. Veel voorjaarsstruiken bloeien namelijk op het hout dat ze het jaar ervoor hebben gevormd. Als je ze gelijk in de lente snoeit, verwijder je de bloemknoppen en loop je een bloeiseizoen mis. Wacht dus met snoeien tot ná de bloei, zodat de struik nieuwe knoppen kan ontwikkelen voor het volgende jaar.
Heb je een heg in de tuin? Controleer dan of er broedende vogels in zitten voordat je gaat snoeien. Veel vogels nestelen tussen 15 maart en 15 juli, en volgens de Wet natuurbescherming (Wnb) is het verboden om hun nesten te verstoren of te verwijderen. Zie je dus een nest in je heg? Wacht dan met snoeien tot de jonge vogels uitgevlogen zijn.
2. Te vroeg maaien
Het maaien van het gras is een vast voorjaarstafereel, maar pas op met te vroeg en te kort maaien. In maart en april kan het gras nog kwetsbaar zijn, helemaal als er koude nachten geweest zijn. Maai het gras alleen op droge dagen en vermijd maaien als er kans is op nachtvorst. Daarnaast is het belangrijk om het gras niet te kort te maaien: in het voorjaar wordt een lengte van ongeveer 5 centimeter aangeraden.
3. Bladafval opruimen
Natuurlijk wil je je tuin weer helemaal netjes maken na de winter, maar laat juist wat bladafval en gevallen takken liggen. Dit zijn handige schuilplaatsen voor egels, insecten en andere dieren. Een beetje rommel in de tuin helpt bovendien bij het vasthouden van vocht en voedingsstoffen voor de bodem. Even lekker laten liggen dus, dat hoopje bladeren!
4. Te vroeg bemesten
Veel tuineigenaren strooien in het vroege voorjaar al mest, maar dit kan juist zonde zijn. Planten nemen namelijk pas voedingsstoffen op als ze actief groeien. Wacht dus tot je duidelijk nieuwe scheuten ziet en bemest dan pas, zodat de voeding goed benut wordt en je geen mest verspilt.
- Adobe Stock