/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F02%2FmzjKpns9SY94wy1740666086.jpg)
De das
De das is een van de grootste landroofdieren in Nederland, met een kop-romplengte van 65 tot 80 centimeter. Ze hebben korte pootjes en een kenmerkende zwart-witte koptekening. Dassen zijn echte alleseters: hun dieet varieert van regenwormen en insecten tot vruchten en noten. Ze leven in familiegroepen en wonen in grote, uitgebreide burchten, die vaak generaties lang worden gebruikt en steeds verder worden uitgebreid.
Geboorteseizoen
Het geboorteseizoen van dassen bereikt zijn hoogtepunt midden februari. Dan worden de jonge dassen, meestal twee tot drie per worp, veilig in de burcht geboren. Ze zijn dan nog blind en hulpeloos. Na vijf weken openen ze hun ogen en beginnen ze voorzichtig de ondergrondse tunnels te verkennen. Omdat ze hun behoefte nog in het hol doen, zorgt de moeder voortdurend voor vers nestmateriaal, zoals gras en bladeren, om het verblijf schoon te houden.
Pas eind april, als de jongen acht weken oud zijn, wagen ze zich onder streng toezicht van hun moeder voor het eerst buiten de burcht. Vanaf dat moment schakelen ze langzaam over op vast voedsel, al blijven ze tot twaalf weken ook nog moedermelk drinken. Deze periode is risicovol voor de moeder, omdat ze vaker wegen oversteekt om voedsel te vinden.
Rond juni zijn de jonge dassen groot genoeg om zelfstandig op onderzoek uit te gaan. In de herfst verlaten veel van hen de familieburcht, op zoek naar hun eigen territorium.

Dassen spotten
Dassen houden geen winterslaap, maar wel een zogenaamde "winterrust". Dit betekent dat ze in de koudste maanden minder actief zijn en vaker in hun burcht blijven, maar ze komen nog steeds af en toe naar buiten om voedsel te zoeken. Dit betekent wel dat het observeren van dassen in het wild een uitdaging is, zeker vanwege hun schuwe en nachtelijke aard. Toch zijn er manieren om je kansen te vergroten:
- Timing: dassen worden actief rond de schemering. De beste tijd om ze te spotten is dus tijdens de avondschemering.
- Locatie: dassen bewonen voornamelijk beboste gebieden met voldoende dekking.
- Sporen zoeken: let goed op sporen van dassen, zoals graafsporen, mestputjes en duidelijke paden die naar hun burchten leiden.
- Respecteer hun leefgebied: dassen zijn gevoelig voor verstoring. Houd afstand, maak geen lawaai en gebruik geen felle lichten. Het is belangrijk om hun natuurlijke gedrag niet te verstoren.
- Natuurmonumenten, Zoogdiervereniging, Zoom Academy, Wandel, Dassenwerkgroep Brabant
- Adobe Stock