/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F01%2Fnv2YVWipsdsZPM1738324515.jpg)
Het was een telefoontje waar hij meteen ‘ja’ op zei. Het was ook een telefoontje waar hij lang op had moeten wachten, vertelt Erik van Ommen over hoe hij en zijn vrouw ooit wadwachters zijn geworden. Even terug in de tijd: het is te danken aan de grote stern dat we nu een inkijkje krijgen in Richel. Toen hij bezig was met een boek over die vogel, ontdekte Erik van Ommen dat er bij Richel een huisje staat voor wadwachters. Hij informeerde of hij daar eens kon verblijven. Helaas niet, maar ze zouden hem op een wachtlijst zetten. Tien jaar later kreeg hij het verlossende telefoontje. Maar zijn vrouw Wilma Brinkhof was niet meteen overtuigd: ‘Zeven nachten, acht dagen, op zo’n plek in de middle of nowhere…’ Ze wist niet of ze het zou volhouden. Maar ze waagden het erop en hun ervaringen laten zich nu lezen en bekijken in een boek. Ze vertellen erover aan de eettafel in hun woning met atelier, in het Drentse Vries.
Wadwachters doen wat hun naam voorschrijft: ze houden de wacht op het Wad. Richel, een zandplaat bij Vlieland, groeit uit tot een klein eiland en is een beschermd natuurgebied. Van april tot september zorgen de wadwachters dat recreanten het beschermde gebied met rust laten. Ook geven ze uitleg over flora en fauna. Ter voorbereiding op hun eerste verblijf kregen Erik en Wilma een “handboek”: Wilma staat op van tafel en pakt de snelhechter vol A4’tjes. Maar dan nog. Een verblijf op Richel is wel even iets anders dan kamperen. ‘Je kunt je er geen voorstelling van maken,’ zegt ze.
Wadtoren
Over de bagage is het elke keer weer afwegingen maken. Wilma: ‘Nemen we niet te veel of te weinig mee? Het moet wel allemaal in de boot en dan in de handkar.’ De eerste keer moesten ze ook nog zelf drinkwater meenemen, van die 2 liter-pakken die je heel mooi kunt stapelen, herinnert Erik zich. Op Richel moet je constant nadenken over dagelijkse handelingen. ‘Als je thee wilt zetten,’ schetst Wilma, ‘meet je eerst twee koppen water af en dat doe je in de fluitketel, zodat je geen water verspilt.’ Erik: ‘De eerste keer moest ik ook nog de butagasfles vervangen. Een klusje dat ik nooit eerder had uitgevoerd.’
Als de MS Asterias hen eenmaal heeft afgezet, zijn er twee mensen die hen verwelkomen, vertelt Erik over de wadwachters die ze komen aflossen. ‘Maar zij gaan dan ook meteen weg, met dezelfde boot. Dus binnen een paar minuten zijn we daar helemaal alleen, op onbekend terrein.’ Inmiddels voelt het al vertrouwd. ‘Zo’n oord maak je je toch heel snel eigen, binnen heb je vaste plekjes waar alles ligt. Binnen een half uur ben je weer “thuis”.’
Thuis op Richel, dat wil zeggen: in de wadtoren die daar elk jaar tijdelijk staat voor de wadwachters. Een ‘huis op stelten’, noemen ze het in hun boek: twee containers boven op elkaar, op een ponton die wordt gevuld met water en afgezonken op de juiste plek. ‘Dan ligt hij stevig op de bodem, we drijven niet,’ zegt Erik. ‘Dus we worden niet zeeziek als het waait.’ Lachend: ‘Daar was ik eerst nog bang voor.’

Verder lezen
Meer lezen? Het volledige verhaal over deze wadwachters staat nu in de nieuwste wintereditie van Noorderland, nu te koop in winkels in heel Nederland en te bestellen via onze webshop. In deze editie spreken we Roxane Knetemann en Lenie 't Hart, lopen we langs de ruige randen van het nieuwe Ziltepad en staan we stil bij de Friese stormvloed van 1825. Dit – en nog veel meer – lees je nu in onze nieuwste editie.
- Hoofdfoto: Erik van Ommen en Wilma Brinkhof