In IJlst werden de ijzers geslepen: het verhaal achter Nooitgedagt

Een portret van een sociaal bewogen familiebedrijf.

Op gezette tijden klonk tot in de wijde omtrek van het Friese stadje IJlst de stoomfluit van Nooitgedagt. Generaties werkten in deze fabriek, die schaatsen, speelgoed en gereedschap produceerde. Een portret van een sociaal bewogen familiebedrijf.

Voor een kind moet het een droom zijn: een vader die leidinggeeft aan een bedrijf waar speelgoed wordt gemaakt. Johan Nooitgedagt speelde veel met die karretjes en kiepwagentjes, prototypes die zijn vader meebracht. ‘Het harde feit was dat hij zo’n product na een paar dagen weer meenam. Dan moest het verbeterd worden, maar daar was ik natuurlijk niet blij mee.’ Al spelend was de kleine Johan een dankbaar onderwerp voor reclame. Zijn moeder zette hem geregeld op de foto. ‘We hadden thuis ook een studio en donkere kamer om de foto’s te ontwikkelen.’ Van poseren was geen sprake, vertelt Johan. ‘Je ging gewoon spelen. Als kind had je het niet eens door.’
Toch was speelgoed niet meer dan een bijproduct, dat voortkwam uit houtafval. Van groter belang waren het gereedschap en de schaatsen. Hoe kwam die bijzondere mix in één fabriek van de grond?

Lief en leed op zolder
Het verhaal van Nooitgedagt laat zich lezen als een grafiek: begonnen bij nul tuigde de familie drie verschillende productielijnen op – gereedschap, schaatsen, speelgoed – totdat deze een voor een weer afkalfden en het familiebedrijf eind jaren 90 ophield te bestaan. In haar boek over het Friese bedrijf beschrijft Yteke de Jong, financieel journalist bij De Telegraaf, hoe het allemaal opbloeide aan de centrale gracht in IJlst. Halverwege de 19de eeuw richtte schippersknecht en timmerman Jan Jarigs Nooitgedagt daar op de zolder van zijn woonhuis een schaven- en schaatsenfabriek op. Het ging de 25-jarige “Jan-baes”, zoals hij later de bedrijfsgeschiedenis zou ingaan, niet meteen voor de wind. Persoonlijke tegenslagen werden afgewisseld door zachte winters en moeizame nevenverdiensten. Uiteindelijk wist Jan-baes toch een goedlopende smederij op te zetten.
Voor haar boek raadpleegde De Jong, die Friese wortels heeft, het bedrijfsarchief bij Tresoar in Leeuwarden en sprak ze met familieleden. Ook zette ze een beeldredacteur aan het werk om fotoarchieven door te spitten. Het boek kwam er op verzoek van nazaat Jan Nooitgedagt, werkzaam in de top van onder meer de Rabobank en PostNL. ‘Ik was de enige schrijver die hij kende die verstand heeft van economie én Fries kent,’ zegt De Jong lachend.
In het voorwoord prijst Jan het doorzettingsvermogen van zijn voorvader als onderscheidende factor. Desgevraagd bevestigt broer Johan dit beeld: ‘Ik kan me nauwelijks voorstellen hoe hij begon op dat zoldertje, met al het lief en leed dat hij er meemaakte, met kinderen die gelijk aan het werk werden gezet. Dus ja, hij moet een enorme wilskracht hebben gehad.’ Bij Johan thuis werd af en toe op die beginjaren teruggeblikt. ‘Het was niet het eerste dat ter sprake kwam, maar bij ons thuis hingen de voorvaderen in de hal.’

Twee telefoons in de hand
Jarich Nooitgedagt, de vader van Johan, hoorde bij de vierde generatie die in de directie kwam. ‘Mijn vader en moeder spraken altijd over de zaak,’ zegt Johan terugkijkend op zijn jeugd in de jaren 60 en 70. Dat ging over ‘alle moeilijkheden en vreugdevolle dingen die je hebt als ondernemer’, van een failliete klant tot strenge winters waarin voor de schaatsproductie alle verloven werden ingetrokken.
In de jaren voor de Tweede Wereldoorlog had Nooitgedagt een groeispurt doorgemaakt onder de tweede en derde generatie. Met name de zonen van Jan-baes, door Yteke de Jong in haar boek omschreven als ‘echte ondernemers en techneuten’, zetten de onderneming op de kaart. Inspiratie deden ze op tijdens innovatiereizen naar Duitsland en de Engelse Steel City Sheffield.
De vierde generatie, met naast Jarich nog twee directeuren uit de familie, leidt het bedrijf tijdens de wederopbouw. Die meerkoppige directie is kenmerkend voor Nooitgedagt. De Jong schrijft dat persoonlijke kenmerken sterk bepalend waren voor hoe het bedrijf geleid werd. Wat Jarich voor type was? Johan ziet zijn vader als verbinder. ‘Ik denk dat hij enorm begaan was met klanten, dat moest ook wel in hun tak van sport. Al vind ik het moeilijk om van mijn eigen vader te zeggen wat voor man hij was op de fabriek.’ Het was ook een andere tijd, constateert hij: ‘Op het werk was er veel meer hiërarchie dan nu. Als directeur was je vroeger echt een baas.’ Johan kwam vaak genoeg op de fabriek en zag dan hoe zijn vader aan het werk was. ‘Dan zat hij achter zijn bureau bij wijze van spreken met twee telefoons in de hand.’
Hoe de schaatsen werden gemaakt – noren, maar ook de klassieke “houtjes” – ziet Johan ook nog wel voor zich. ‘De ijzers werden op de fabriek gesmeed en het beukenhout werd ter plekke gezaagd en gelakt. Alleen de schoen voor de noren werd kant-en-klaar aangeleverd en erop gezet. Nooitgedagt-schaatsen waren trouwens meer voor de toerrijder dan voor de echte wedstrijdschaatser.’
De producten die in IJlst werden gefabriceerd stonden bekend om hun degelijke kwaliteit en design. Dat laatste viel Yteke de Jong op bij het speelgoed, dat evenwel een onbeschreven blad bleek. ‘Het speelgoed is bijna 40 jaar geproduceerd, maar vrijwel niemand wist daar meer iets van. De ontwerpen, productlijnen en beslissingen zijn niet gedocumenteerd.’

Verder lezen? Het volledige verhaal over Nooitgedagt verscheen in Noorderland 2022-1. Dit nummer is nu te koop in onze online webshop en in de winkels, zoals boekhandels en supermarkten. In dit nummer spraken we onder andere met oud-schaatser Renate Groenewold, volgden we het Elfstedenpad en bezochten we in Sappemeer het Groninger Schaatsmuseum. Dit, en nog veel meer, lees je nu in de nieuwste editie van Noorderland!

Bron: Ankie Lok | Beeld: iStock

Laatste nieuws