Bourtangermoeras, een drassige geschiedenis

Het snoer van dorpjes en buurtschappen heeft een geschiedenis die teruggaat tot de middeleeuwen.

Dit verhaal verscheen in Noorderland 2019-5

Ooit werd de grens tussen Noorderland en Duitsland gevormd door een groot moeras. Een bijna niet te doorkruisen gebied en daardoor van strategisch belang. Dat moeras is er niet meer. Nu is Westerwolde vooral een vriendelijke regio waar het heerlijk toeven is en natte voeten krijg je alleen als je dat zelf wilt.

De regio Westerwolde in Oost-Groningen doet vriendelijk aan met kleine esdorpen en buurtschappen, door slingerende wegen met elkaar verbonden. Hier en daar bos, weiden en akkers omzoomd door houtwallen en een prachtig beekdal vol natuur.
Westerwolde nodigt uit om te wandelen, te fietsen, te mountainbiken, te kanoën of om neer te strijken bij de vele theetuinen en restaurantjes. Sfeervol overnachten? Keuze te over! Echt een plek om even te onthaasten. Toerend door de streek ontdek je een oude burcht, een middeleeuws klooster en een oude vesting. Het lijkt of het er nooit anders is geweest, maar schijn bedriegt.

Bourtangermoeras
Het snoer van dorpjes en buurtschappen heeft inderdaad al een geschiedenis die teruggaat tot de middeleeuwen, maar de veelzijdige natuur in en rond het stroomdal van de Ruiten Aa is van de laatste 30 jaar; er wordt nog steeds herschapen. En veel van die vriendelijke akkers lagen er 100 jaar geleden nog onontgonnen bij.
Het is bijna niet voor te stellen dat Westerwolde tot ver in de moderne tijd een erg onaantrekkelijk en geïsoleerd gebied was. Niet meer dan een smalle zandrug, omringd door een gigantisch hoogveengebied, het Bourtangermoeras. Pas rond 600 na Chr. moeten zich pioniers op de zandrug hebben gevestigd. In de Middeleeuwen neemt de bevolking mondjesmaat toe en ontwikkelen zich buurtschappen die gezamenlijk de hoger gelegen akkers, de essen, gaan beheren. In de beekdalen, op de lagere gronden, wordt gehooid en het vee geweid. Zo ontstaan de esdorpen Sellingen, Vlagtwedde, Onstwedde en Wedde.

De duivel en zijn handlangers
Rond die zandrug is het moeras waar maar een enkeling zich waagt. Het domein van de duivel, die geen gelegenheid onbenut laat om je die donkere veendrek in te trekken. Sommigen, die ternauwernood ontsnapten, vertellen over hoe hij aan hun benen trok. De handlangers van de duivel zijn de heksen en die kunnen overal zijn. Soms te herkennen aan hun magere gestalte, want hoe kun je anders vliegen op een bezemsteel? Overlijdt de man plotsklaps en is de vrouw wat tenger gebouwd, dan kan zij zeker rekenen op argwanende blikken; er zijn er voor minder op de brandstapel beland. Als de room bij het karnen niet wil boteren, moet je je ernstig afvragen wie er bij in de buurt is geweest. En worden er in een gezin zeven meisjes geboren, dan is één daarvan zeker een heks!
De zandrug is door het moeras erg geïsoleerd, maar denk niet dat de duivel het enige is waar de bevolking voor moet vrezen. Regelmatig zijn er schermutselingen en wapengekletter, want dat ontoegankelijke moeras is als grens van strategisch belang en wordt regelmatig, dan weer vanuit het westen en dan weer vanuit het oosten, bevochten. En dan rijdt er weer zo’n legertje plunderende soldaten door je akkers.

Turf en droge voeten
Maar er breken rustiger tijden aan. In de 17de eeuw komt Westerwolde in het bezit van de Stad Groningen en de Stad ziet wel brood in het moeras, of liever gezegd turf. Het grote hoogveengebied is een gigantische brandstofvoorraad voor de snel groeiende stad en turf is bovendien een gewild product voor handel, onder andere met het westen van het land. Eerst komen Hoogezand, Sappemeer en de Veenkoloniën aan snee en dan gaat ook Westerwolde ingrijpend veranderen. In de 18de eeuw wordt het Stadskanaal gegraven en kan de vervening van de Kanaalstreek van start. Om ook de woeste gronden van Westerwolde te kunnen ontginnen, worden begin van de vorige eeuw de Westerwoldse kanalen gegraven, voor de aanvoer van mest en later de afvoer van landbouwproducten. De Westerwolders krijgen ruimte en door de waterbeheersing ook droge voeten. Bij Sellingen wordt bos aangeplant op de laatste heidevelden.

Nieuwe natuur
Door het hart van Westerwolde kabbelt het riviertje de Ruiten Aa, in een wel erg breed stroomdal. Dat komt omdat in de laatste ijstijd de rivier de Eems (of een zijarm daarvan) door Westerwolde stroomde. De rivier sleet een brede bedding uit en heeft later zijn loop verlegd naar het huidige Duitsland. De Ruiten Aa nam het stroomdal over. Die kronkelende Ruiten Aa en de andere beken waren voor boeren eerder lastig dan nuttig en halverwege de vorige eeuw zijn tijdens de ruilverkavelingen de beken stukje bij beetje gekanaliseerd en op sommige plaatsen zelfs gedempt. Alles in het belang van de landbouw.
Maar dan komt in 1990 de overheid met een Natuurbeleidsplan: de aanleg van de Ecologische Hoofdstructuur. Verstedelijking en ontginning ten behoeve van landbouw moeten hoognodig gecompenseerd gaan worden. Planten- en diersoorten verdwijnen in rap tempo en door alle grote, natte en droge, verspreid liggende natuurgebieden te verbinden, hoopt men de biodiversiteit te behouden en weer te versterken.
Het gebied langs de Ruiten Aa – van de bron het Bargerveen tot de uitmonding in de Dollard – wordt onderdeel van de EHS. In Westerwolde pakken Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Natuurontwikkelingsorganisaties en waterschappen de overheidsplannen met beide handen aan.

Samen met Moeder Natuur
En zo is bijna 30 jaar geleden een begin gemaakt met het scheppen van een prachtig natuurgebied dat als een breed groen lint door de regio loopt, van Ter Apel tot Blijham. Stukje bij beetje kreeg de Ruiten Aa zijn meanderende loop weer terug. Er is ruimte voor “plas en dras” en ook voor waterberging in erg natte tijden. Het is verbazingwekkend hoe snel de natuur daarin mee is gegaan. Nieuwe natuur gaat harmonieus op in het omringende landschap en omvat ook stukjes oorspronkelijke natuur zoals het heideveld bij Ter Borg, waar een schaapskudde graast, en het Liefstinghsbroek, het oudste bos van Westerwolde. Het ijsvogeltje vist in het stromende water en er zijn onlangs voor het eerst jonge dassen gespot. Bij Smeerling grazen de Lakenvelders in de natuur, samen met de reeën.

Maar Westerwolde is nog niet klaar. Ook de landbouwers grijpen hun kansen. Er is een positieve omslag gaande naar natuurinclusieve landbouw, het boeren in samenhang met de natuur om de biodiversiteit, maar ook de schoonheid van het boerenland te vergroten. En dat gaat Westerwolde nog mooier maken.
Het moeras wordt niet gemist. Nou ja, door de duivel misschien.

Bron: Cora Westerink | Beeld: Gert Tabak

Laatste nieuws