De sport van het vogelspotten

Rik Winters is vogelfan in hart en nieren en wij mochten met hem mee vogelspotten.

Dit artikel verscheen in Noorderland 2016-2.

Kijk eens naar het vogeltje! Dat klinkt misschien als een saai tijdverdrijf, maar “vogelen” is voor veel fanaten meer dan een hobby; het is een ware sport. De liefhebbers reizen stad en land af voor die ene bijzondere soort en weten er werkelijk álles van. Rik Winters is zo’n spotter in hart en nieren en wij mochten met hem mee op vogelsafari. 

De zon schijnt als ik bij vogelaar Rik Winters in de auto stap. Vandaag gaan we op pad in het nog vrij jonge natuurgebied rond het Zuidlaardermeer. We rijden tussen de velden en af en toe stopt Rik abrupt en grijpt naar z’n verrekijker. Het is nog net geen voorjaar, maar toch is het een vogeldrukte van jewelste. Er vliegen grote groepen ganzen en eenden en je hoeft je ogen maar over het landschap te laten glijden of je spot wel een grote zilverreiger. ‘Vroeger zag je die nooit. Ik weet nog dat ik actief op zoek was naar “mijn” eerste grote zilverreiger.’

Elk vrij uurtje vogelen

Rik is vogelaar zo lang hij zich kan herinneren. Volgens zijn moeder zat hij als vierjarig jongetje al met zijn neus in de vogelboeken en raakte hij niet uitgekeken op de vogels in de tuin. Toen hij zich aanmeldde bij de Jeugdbond voor Natuur- en Milieu-studie liet het “vogelen” hem niet meer los. Na zijn studie Scheikunde waren het zelfs de vogels die hem naar Noord-Nederland haalden. Want hier is het voor vogelliefhebbers een waar paradijs. ‘Ik stapte wekelijks, soms wel meerdere keren per week, op de bus naar het Lauwersmeer om vogels te kijken. Of ik fietste net buiten de stad. Elk vrij uurtje ging ik vogelen.’
We rijden verder en stoppen bij een prachtig, waterrijk gebied. We hebben geluk. ‘Geweldig, waterpiepers! Normaal zie je die nooit zo dichtbij.’ Ik ben al vaker met vogelaars op pad geweest en altijd heb ik me afgevraagd: wat is er nu zo fantastisch aan? Maar als ik Riks enthousiasme zie voor dit toch vrij kleine, grijze, verstopte vogeltje begin ik het enigszins te begrijpen. ‘Voor mij is het niet die ene zeldzame vogel die Rik is vogelaar zo lang hij zich kan herinneren. Volgens zijn moeder zat hij als vierjarig jongetje al met zijn neus in de vogelboeken en raakte hij niet uitgekeken op de vogels in de tuin. Toen hij zich aanmeldde bij de Jeugdbond voor Natuur- en Milieustudie liet het “vogelen” hem niet meer los. Na zijn studie Scheikunde waren het zelfs de vogels die hem naar Noord-Nederland haalden. Want hier is het voor vogelliefhebbers een waar paradijs. ‘Ik stapte wekelijks, soms wel meerdere keren per week, op de bus naar het Lauwersmeer om vogels te kijken. Of ik fietste net buiten de stad. Elk vrij uurtje ging ik vogelen.’
We rijden verder en stoppen bij een prachtig, waterrijk gebied. We hebben geluk. ‘Geweldig, waterpiepers! Normaal zie je die nooit zo dichtbij.’ Ik ben al vaker met vogelaars op pad geweest en altijd heb ik me afgevraagd: wat is er nu zo fantastisch aan? Maar als ik Riks enthousiasme zie voor dit toch vrij kleine, grijze, verstopte vogeltje begin ik het enigszins te begrijpen. ‘Voor mij is het niet die ene zeldzame vogel die het kijken en inventariseren zo speciaal maakt. Al is dat natuurlijk wel de  krent in de pap, de kers op de taart. Nee, voor mij is het de ervaring van het buitenzijn en de kunst om uit te zoeken welke vogel ik zie en welke kenmerken die heeft. Voor mij is het een rode draad in m’n leven.’

Nieuwe vogelvrienden

Na de waterpiepers lopen we het uitkijkpunt op het gemaal op, waar we een prachtig uitzicht hebben over de Onnerpolder en de Westbroekster-madepolder. Een paar eenden dobberen gemoedelijk bij elkaar en daar scheert iets voorbij. ‘Een grote zaagbek,’ weet Rik te vertellen. Samen met de andere vogelaars kijken we onze ogen uit door verrekijkers, telescopen en joekels van lenzen. Met het vogels kijken maak je snel vrienden, want de heren praten druk met elkaar over welke vogels er vandaag al gespot zijn. ‘Dat is precies hoe het gaat. Je hebt direct een gespreksonderwerp en komt vaak dezelfde mensen tegen. En daar heb ik al heel wat vrienden aan overgehouden!’ lacht Rik. ‘Voor je het weet, rijd je met elkaar mee naar de Maasvlakte voor die ene speciale vogel.

Vogelen 2.0

Hoe weet een vogelaar nu of er een vogel is gespot? Rik: ‘Vroeger hadden we daar speciale piepers voor. Je kreeg dan een code met de locatie waar welke vogel was gespot.’ Maar tegenwoordig gaat het anders. Rik laat me al zijn Whatsapp-groepen zien. En die zijn er ook speciaal voor Noord-Nederland. Zo is er de Ameland-app-groep, eentje van meeuwen bij de Hoornse Plas, van Grunneger-twitchers (‘zeldzame vogels die in Groningen zijn gespot,’ legt Rik uit) en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Kortom, echt “vogelen 2.0” doe je met je smartphone. ‘Het grappige is dat ik soms een vogel zie en die op de app zet. En dan lees ik in een andere app-groep dat iemand anders hem net ook al gespot heeft,’ vertelt Rik. Zo zie je maar weer; zelfs vogelen doe je tegenwoordig digitaal. 

Hotspots van Noorderland

Noord-Nederland barst van de vogelhotspots. Denk aan de wadden, de weilanden in Friesland en Groningen of de heidevelden in Drenthe. Maar dat is lang niet alles. Volgens Rik springen er echt een paar hotspots uit: ‘Dit gebied bij Noordlaren is in de laatste jaren echt één van de mooiste plekken geworden. De drassige gronden en waterplassen trekken veel verschillende soorten. Ook het Fochteloërveen is één van m’n favorieten. Daar broeden kraanvogels en die maken hun kenmerkende geluid.’ Ook noemt Rik de Onlanden en het Bargerveen bij Emmen. Toch steekt eentje er met kop en schouders bovenuit: de Ezumakeeg bij het Lauwersmeer. ‘Dit is wat mij betreft dé spectaculairste vogelkijkplek van Nederland. Niet alleen door alle oorten als strandlopers, grauwe franjepoten en kemphanen, die echt specifiek zijn voor Noord-Nederland. De vogels lopen daar zo ongeveer over je tenen en dat is echt uniek.’ 

Afspraken met de baas

Dat vogelspotten meer kan zijn dan een hobby, weet Rik al te goed. Zo legde hij geregeld z’n werk abrupt neer als er een zeldzaam exemplaar was gespot en reed erheen, waar ook in het land. Hij kent collega-vogelaars die dat nog steeds doen. Ze hebben er zelfs afspraken over gemaakt met hun baas. ‘Toen ik nog maar twee maanden werkte bij mijn huidige werkgever, kreeg ik via de pieper door dat er een sperweruil was gezien. Een hele bijzondere vogel. Die ochtend kon ik me vrij rustig houden, maar ondertussen bedacht ik hoe ik zo netjes mogelijk weg kon. Die sperweruil moest ik gewoon zien. Gelukkig zijn de gemoederen inmiddels wat bedaard. Maar, als het werk het toelaat, neem ik snel vrij als een zeldzame vogel gespot is.’  Toch komen de mooiste momenten soms onverwacht. ‘Afgelopen jaar stapte ik mijn huis uit in de stad en zag boven me een zeearend. Onvoorstelbaar.’ De echte uitdaging voor Rik is het onderscheiden van meeuwensoorten. Zoals de Pontische meeuw, qua verenkleed bijna identiek aan de zilvermeeuw. Althans, voor een ongeoefend oog. ‘In de jaren 90 was dit een aparte vogelsoort voor wetenschappers. Ik heb me er toen helemaal in verdiept en was misschien wel de eerste die in Nederland een jonge Pontische meeuw determineerde. Dat is erg moeilijk, want bij jonge meeuwen verschilt het verenkleed nogal.’ 

Vogelen zit in je bloed

Aan het eind van onze rit praten we nog even na, terwijl we uitkijken over het water. Ineens grijpt Rik naar z’n verrekijker. Tussen de lisdodden en rietstengels ritselt iets. ‘Oei, dat kon wel eens een IJslandse koperwiek zijn.’ Helaas, het beestje gaat even snel als het kwam weer de bosjes in. ‘Piep, piep,’ klinkt het in de verte. ‘Weer die waterpieper,’ aldus Rik. ‘Dat gaat automatisch, ik kan me niet voorstellen om níet te vogelen,’ lacht Rik. ‘Het is als fietsen. Als je het eenmaal kunt, verleer je het nooit meer.’ 

Aan het eind van onze rit praten we nog even na, terwijl we uitkijken over het water. Ineens grijpt Rik naar z’n verrekijker. Tussen de lisdodden en rietstengels ritselt iets. ‘Oei, dat kon wel eens een IJslandse koperwiek zijn.’ Helaas, het beestje gaat even snel als het kwam weer de bosjes in. ‘Piep, piep,’ klinkt het in de verte. ‘Weer die waterpieper,’ aldus Rik. ‘Dat gaat automatisch, ik kan me niet voorstellen om níet te vogelen,’ lacht Rik. ‘Het is als fietsen. Als je het eenmaal kunt, verleer je het nooit meer.’ 

Tips & Trucs voor vogelaars

Wat zijn de do’s en don’ts voor beginnende vogelaars? We helpen je graag een handje op weg:

• Zoek van tevoren een geschikt gebied om vogels te kijken. De kans dat je iets ziet is dan wat groter. 

• Neem altijd een verrekijker mee. Met het blote oog kun je alleen vogels van dichtbij bekijken en veel vogels schrikken al snel op als je te dichtbij komt. 

• Neem de tijd, ook om ergens even rustig te blijven staan. 

• Neem ook de tijd om rustig uit te zoeken welke vogel je ziet.

• Neem een vogelgids mee, zodat je weet wát je ziet.

• Ga eens met een echte gids op pad of volg een cursus. Zo leer je het meeste, meer dan uit een boek. 

• Als je op een uitkijkpunt staat, kijk dan goed naar elke vorm van beweging. Ieder afwijkend “dingetje” kan een vogel zijn. 

• Kijk niet alleen, maar luister ook! Vooral in bossen is het vaak moeilijk om vogels te zien; ze verstoppen zich. Negen van de tien keer spoort een vogelaar vogels op aan de hand van hun geluid. De grap is: als je het geluid hoort en je herkent het, hoef je de vogel vaak niet eens te zien om te weten welke het is.
Op www.xeno-canto.org staan vrijwel alle vogelgeluiden van de wereld. 

Bron: Kim Veenman | Beeld: Kim Veenman, iStock

Laatste nieuws