Het voorjaar in het Noorderland

In het voorjaar verandert het Noorderland in een oogverblindend kleurenspektakel.

Dit artikel verscheen in Noorderland 2019-4.

Een echte Noorderlander zegt al snel “doe maar gewoon”. Maar hoe mooi is het als je je eens totaal durft onder te dompelen in een oogverblindend kleurenspektakel van een Groningse berm of in vervoering raakt van een geurexplosie uit een warme duinvallei?

Mei is voor vele wandelaars meidoornmaand. Wandelend langs een zee van oogverblindend wit, door een bedwelmend bad van intense geuren en luisterend naar een serenade van zoemende hommels. Dit is letterlijk in geuren en kleuren genieten. Voordat het prikkeldraad uitgevonden werd, mocht heel Nederland meedoen. In ons Noorderland zijn nog kleine plukjes meidoorn over in Drenthe, het Groningse Westerkwartier, de Friese Wouden en op de Waddeneilanden.

Geurend de wereld door

Goed beschouwd zijn wij maar rare dieren. We hebben gelukkig een geweldig goede neus voor alles wat maar enigszins rot of goor is, maar voor zoete geuren moeten wij wachten tot er een volgeladen vrachtwagen voor komt rijden. En dat terwijl een vlinder al blij wordt van een simpel geurspoor van enkele moleculen. Dit heeft te maken met ons voedsel. Onze voorouders waren echte oogjagers en alleen met goede training konden zij geuren van prooi- of roofdieren opvangen. Ook eetbare vruchten vonden zij op zicht en niet zoals wespen op de geur van gistende suikers. Zelfs voor het vinden van een partner weten we pas sinds kort dat geur toch een belangrijke rol speelt. Maar dan moet deze wel bijna binnen handbereik zijn, terwijl een bronstige ree zijn loopse hinde op kilometers afstand kan ruiken.

Friese geurtopper

“Loop je neus maar achterna”. Een mooi spreekwoord dat zomaar op een wandeling door de duinen van Schiermonnikoog werkelijkheid kan worden. Vanaf half mei baadt het eiland in een overvloed van geur. Wad en polder moet je wel even achter je laten. Daar overheerst de zilte zeewind. Maar zodra je op een warme voorjaarsdag de duinen nadert, begint het geurenpalet te lokken. Meidoorn, mysterieus kruidig, nauwelijks te omschrijven, overheerst bijna alles. Kamperfoeliebloesems hangen als geurige bonbons tussen de struiken. “Loop je neus maar achterna”. Een mooi spreekwoord dat zomaar op een wandeling door de duinen van Schiermonnikoog werkelijkheid kan worden. Vanaf half mei baadt het eiland in een overvloed van geur. Wad en polder moet je wel even achter je laten. Daar overheerst de zilte zeewind. Maar zodra je op een warme voorjaarsdag de duinen nadert, begint het geurenpalet te lokken. Meidoorn, mysterieus kruidig, nauwelijks te omschrijven, overheerst bijna alles. Kamperfoeliebloesems hangen als geurige bonbons tussen de struiken.

Droomtuin

Romantisch verliefd, hand in hand, ogen kijkend naar elkaar, voeten die kronkelpaadjes volgen en de lucht bezwangerd met de heerlijkste geuren. Zo zagen bestuur, vriendenvereniging en projectleider van Hortus Haren in 1992 de doelgroep van het bruidslaantje voor zich. Pindakaasstruik, appelmunt, chocolade cosmea en nog tientallen andere bijzondere planten waren in het kleine kantoortje boven in de tropische kas op papier uitgezocht. Engelse geurentuinen dienden als inspiratie en bruidsparen als bezoekers waren al in ruime mate aanwezig. Helaas, deze prachtige tuin bleef een droomtuin en werd nooit gerealiseerd. Maar toch kun je nog altijd een geurige tocht maken door de Hortus Haren.Vreemde geuren van peperboompjes op de rotstuin opsnuiven, tijm in de wilde plantentuin ontdekken en als toetje allerlei geurige keukenkruiden in de kruidentuin.

Kleuren in Noorderland

Echte Hollanders menen dat noorderlingen ingetogen zijn. Op een mooie zomerse dag in juni lijkt de natuur dat ook te willen bevestigen. Maar dan heb je de voorjaarsexplosie van vooral geel gemist. En de zomerweelde met bijna het complete kleurenspectrum moet nog komen. Alleen een koele kleur als blauw ontbreekt vrijwel geheel. Uiteraard heeft dat alles te maken met het doel van bloemenkleuren: alles draait om bestuiving en dat is goed te zien. Geel is favoriet bij bijen en zweefvliegen, paarstinten trekken ook vlinders en rood is meer iets voor buitenissige kolibries. In een eerder artikel in Noorderland werd al genoemd dat onze rode papavers door een bij heel anders gezien worden. Donkere, voor ons onzichtbare, ultraviolette vlekken wijzen hen de weg naar de nectarpot.

Bonte berm

Een boer schildert vooral in monochroom. Knalgeel koolzaad, helderrode tulpjes of groene grazige weides. Hoe het ook kan zie je bijvoorbeeld in het Fries-Groningse Lauwersmeer. Soms lijkt het wel alsof er een dolgedraaide schilder bezig is geweest. Knetterrode klaprozen, bijna lichtend witte lintbloempjes van margrieten, roze-paarse orchideeën en vooral heel veel geeltinten van paardenbloemen, leeuwentand en biggenkruid. Voor onze bedreigde insecten is het een gedekte tafel vol met nectar en stuifmeel. Opvallend genoeg is juist in de berm weinig, voor ons waarneembare, geur aanwezig. Als het wat zandig is zal er mogelijk reukgras staan met zijn kenmerkende vanillegeur. Maar daar houdt het dan ook echt mee op. Dagvlinders, bijen, zweefvliegen en bestuivende kevers vertrouwen kennelijk liever op hun twee enorme facetogen.

Kleurige vliegende juweeltjes

Terwijl het op de grond een geweldig kleurenspektakel kan zijn is het in ons Nederlandse luchtruim erg saai. Vrijwel alle vogels kiezen voor gedekte tinten om maar niet op te vallen bij rovers of bij het hapje waar ze zelf op uit zijn. Puttertjes zijn de grote uitzondering op de regel. Rood en geel in de meest schelle uitvoering sieren hun verenpak. Dagvlinders kiezen voor een geheel andere strategie. In hun korte leven moeten ze wel opvallen bij een mogelijke partner. Een concurrent afschrikken is misschien nog wel beter. In de zomer wordt veel met oranje gewerkt. Vaak met contrasterend zwart om de kleur nog beter uit te laten komen. Het jaar begint met een voorjaarsaubade voor het leven: citroenvlindermannetjes laten met hun sprankelend geel zien dat het tijd voor de lente is. En na het wat fletse boomblauwtje komt het icarusblauwtje uit zijn pop. De dames zijn bruin maar meneer is marineblauw. Een betere keus is nauwelijks mogelijk omdat deze kleur prachtig contrasteert met de gele bloemen van de rolklaver. En juist die is favoriet voor ei-afzettende dames.

In geuren en kleuren

Niet alleen de natuur is verrassend kleurig en geurig. Ga eens naar het Rosarium in Winschoten. Met veel vernuft en een beetje geluk zijn vanuit enkele wilde rozensoorten honderden cultivars gekweekt. Vooral de oudere, in Engeland gekweekte, varianten zijn bijna bedwelmend aanwezig. En wat in de natuur uitbundig gekleurd is wordt hier nog eens overtroffen.

Bron: Kees Boele | Beeld: Kees Boele

Laatste nieuws