Fries onder de loep

Een gift van moeder en vader, die ooit - ver voor onze tijd - uit de losse pols taal én liefde over Noorderland strooiden.

‘Doch mar gewoan, dan dochst al gek genôch’

Wist je dat ook jij misschien wel een stukje oeroud erfgoed met je meedraagt? Wacht eens even, jij bént misschien wel erfgoed. Een gift van moeder en vader, die ooit – ver voor onze tijd – uit de losse pols taal én liefde over Noorderland strooiden. Links wat Fries, rechts wat Gronings en daaronder Drents. Volstrekt verschillend met tóch hetzelfde gevoel. Laten we onze liefde voor eigen streek en de taal die daarbij hoort vooral koesteren, net zoals Anna Marije Bloem. 

‘Vroeger riep ik altijd: ik ga nóóit in Koudum wonen. Maar toch. Tóch kriebelt het de laatste tijd. Sterker nog, mijn vriend en ik gaan steeds dichter bij mijn bertedoarp wonen. Ik heb er een prachtige jeugd gehad, met een heerlijk nuchtere, Friese opvoeding. Doch mar gewoan, dan dochst al gek genôch. Altijd ruimte om te spelen in de buitenlucht, in de landerijen of de bossen. Nooit geen zorgen. Mijn leven speelde zich af in het Fries. Ik sprak het met mijn twee grote broers, met mijn ouders, vriendjes en vriendinnetjes, eigenlijk met iedereen. Het Nederlands was ook geen probleem, alle talen gingen me eigenlijk wel makkelijk af. Als klein meisje las ik al de achterkantjes van de shampooflessen in Italiaans of Frans hardop. Ooit wilde ik Engels docent worden, maar uiteindelijk is het Fries geworden. Net zoals mijn heit, die ook docent Fries op een middelbare school en onderwijsadviseur was. De liefde voor het Fries erfde ik van hem. Mijn vader is enige tijd geleden overleden, heel verdrietig. Ik mis hem elke dag. Maar via deze weg volg ik dezelfde missie die hij had: ús memmetaal laten leven. Dat maakt ’t toch wel heel bijzonder. Het Fries vind ik nóg mooier dan het Nederlands. Het is de taal die het dichtst bij mijn hart ligt. Misschien dat ik het daarom zo prachtig vind, want ik leef graag vanuit mijn hart. Toen ik mijn vriend Beer ontmoette, en me realiseerde dat dit weleens mijn grote liefde zou kunnen zijn, was het toch even een dingetje… Hij sprak geen Fries! Gelukkig verstaat ie het wel. Dat moet ook, want soms als ik moe of verdrietig ben, ga ik automatisch over op het Fries. De taal van het hart, hè? Deze zomer gaan we trouwen. Op onze trouwkaart staat de tekst in het Fries én in het Nederlands. En mocht ik ooit moeder worden, dan ben ik mem en wordt Beer heit, mocht ik hem zover krijgen. Het Fries verandert, dat zie ik wel om me heen. En dat is ook niet erg, zo lang we het maar koesteren. Wij hebben als Friezen samen de taak onze taal levend te houden. Ik zeg altijd tegen mijn leerlingen: “Jullie hebben zo’n groot cadeau gekregen. Een eigen taal, een volledig extra taalsysteem in jullie hoofd! Dat is toch wonderlijk?” Wij Friezen moeten de jongere generatie laten inzien dat ze een grote rijkdom hebben. Het Fries mag dan een minderheidstaal zijn, maar het ís zeker niet minder waard dan welke taal dan ook. It is just prachtich!

Fries onder de loep

‘Het Fries is ouder dan het Nederlands,’ vertelt taalwetenschapper van de Fryske Akademy, Eric Hoekstra. ‘De oudste Friese runen, Germaanse schriften, werden gegraveerd op dierenbotjes tussen de 5de en 7de eeuw na Christus.' Het Oudfries is de gemeenschappelijke voorouder van de taalfamilie Fries. Een taalfamilie? ‘Ja, echt waar,’ vertelt Eric. ‘Behalve ons eigen Fries in Nederland zijn er namelijk nog twee afzonderlijk erkende talen: het Oostfries – Saterfries genoemd, dat nu alleen nog wordt gesproken in een paar dorpen in Oost-Friesland – en het Noordfries, dat je nog hoort op eilanden bij de grens van Duitsland met Denemarken.' En dan hebben we ook nog het Stadsfries. 'Ooit een prestigetaal van de elite, die overstapte op slecht aangeleerd Nederlands. Later werd het Stadsfries een taalvorm die de lagere klasse kenmerkte.’ En dan zijn er nog de dialecten. ‘Tot slot horen we tegenwoordig regelmatig het Interferentiefries: “verfriest” Nederlands, gesproken door mensen die zich in het Nederlands meer thuis voelen dan in het Fries. 'Een zekere bedreiging voor het “echte Fries”.' Kortom: hoog tijd om een vuist te maken voor het voortbestaan van de Fryske memmetaal.

Wie is Anna Marije Bloem?

Anna Marije werd in 1985 geboren in het dorpje Koudum, in de Zuidwesthoek van Friesland. Nadat ze de Pabo afgerond had, deed ze de docentopleiding Frysk. Inmiddels is Anna Marije docent Fries op middelbare school Bogerman in Koudum en ondertussen volgt ze de Master Frysk aan de universiteit in Groningen. Daarnaast is ze onderwijsadviseur bij Centrum Meertaligheid Cedin. Een van de belangrijkste taken van Anna Marije is om mensen of leerlingen in beweging te krijgen en te enthousiasmeren voor de rijkdom van meertaligheid en de belangrijke positie van het Fries daarin. ‘Een extra taal is geen handicap, maar een verrijking.’

Bron: Elise de Jong | Beeld: iStock

Laatste nieuws