Verkwikte planten maken comeback

Onze planten worden steeds mooier, sterker en beter met dank aan kwekers.

Al wat groeit en bloeit is klaar om te schitteren. Let wel, met fris elan! Want elk jaar wordt het plantenrijk uitgebreid met soorten die nóg sterker, mooier, lekkerder of meer ziekteresistent zijn dan het seizoen ervoor. Dit met dank aan een legioen gepassioneerd stoeiende kwekers. Zo ontstaan groenten die smaakvoller zijn of makkelijker te telen, of bolgewassen als narcissen en tulpen in nieuwe kleuren of bloemvormen. Maar ook onze vertrouwde tuinplanten krijgen kinderen die het beter doen dan hun voorouders. 

Neem de vlambloem (Phlox) die vroeger veel werd toegepast in de tuin. Die krijgt bijna het predicaat “ouderwets”, maar tegenwoordig komt ie weer helemaal vernieuwd en verkwikt terug. Niet in de laatste plaats komt dat door de inspanningen van kweker Coen Jansen, die deze planten naar een hoger niveau heeft getild. Vroeger hadden floxen vaak een schimmelaantasting (meeldauw) waardoor het blad langzamerhand viltig grijs werd en afviel. De nieuwe selecties zijn veel minder bevattelijk voor die schimmel. Jansen is ook gaan selecteren op andere kleuren en kleinere bloemen. De nieuwe generatie planten past veel beter in de huidige tuincultuur. Ze combineren mooi met o.a. siergrassen, kattenkruid, rode melde en de bergamotplant (Monarda); deze laatste plant heeft ook een mooie comeback gemaakt met nieuwe cultivars.

Survival of the fittest

Misschien heb je zelf, als je zaad ging verzamelen om het volgend tuinseizoen te gebruiken, ook wel aan verbetering van een plantensoort gedaan; want meestal oogst je alleen van de mooiste, grootste en stevigste planten. Je hoopt dat deze goede eigenschappen in de genen van het gewonnen zaad zitten. De natuur past ook een dergelijke selectie toe. Zwakke planten maken weinig tot geen zaad en sterke gezonde planten juist erg veel, vaak ook van een betere kiemkrachtiger kwaliteit: survival of the fittest. Die gezonde zaden hebben meer kans om te kiemen en bij de nieuwe generatie zitten weer meer planten die dezelfde sterke eigenschappen hebben. Soms komt het ook voor dat er in de natuur een spontane mutatie optreedt in een soort; eigenlijk een afwijking dus. Als die verandering mooi of bijzonder is en opgemerkt wordt, is het mogelijk zo’n plant ook te vermeerderen, en is er weer een cultivar bij. 

Stekken, scheuren, enten, afleggen

Kwekers gaan een stapje verder omdat ze bewust de goede eigenschappen van twee verschillende planten willen kruisen. Het stuifmeel van de ene ouder wordt op de stamper van de ander gebracht, om daardoor zaad te krijgen waarin de eigenschappen van beide ouders zitten. Van de generatie die daaruit geboren wordt, worden weer de allerbeste planten gekozen om mee verder te kruisen. Dit kan een aantal jaren doorgaan totdat de goede eigenschappen voornamelijk de boventoon voeren en het gewonnen zaad steeds dezelfde planten oplevert. Uiteraard worden planten ook vermeerderd door stekken, scheuren, enten of afleggen. Tegenwoordig is ook de “in vitro” manier erg populair, waarbij kleine stukjes plantenweefsel op een voedingsbodem in steriele glazen potjes uitgroeien tot een nieuwe plant. Met deze meer commerciële methode kan snel veel geproduceerd worden.

Het blijft een spannende zoektocht

‘Ik ben gek op planten, maar tuinieren vind ik verschrikkelijk,’ zegt kweker Brian Kabbes uit ’t Friese Suameer. Hij is altijd op zoek naar planten die het gewoon goed doen en niet al te “lastig” zijn. ‘Alle planten waar turf of klei bij moet, die alleen overeind blijven staan met stokjes, die geregeld bij gemest moeten worden of waar je met de gieter bij moet blijven staan, die hoef ik niet in mijn tuin. Planten moeten sterk zijn en het gewoon goed doen als ze op hun plaats staan; ze moeten lekker lang bloeien en mooi zijn. Ik hou van het selecteren en kruisen van planten om weer net iets mooiere of sterkere variëteiten te krijgen. Soms gebruik ik daarvoor stuifmeel of zaden die ik meeneem uit andere landen, bijvoorbeeld uit Mexico en Turkije. Zo blijft het een spannende zoektocht.’ 

Van dahlia’s en gladiolen

Een tijd lang was het een doodzonde om dahlia’s in de tuin te hebben. Een beetje tuinier verklaarde je voor gek: die schreeuwerige, lompe en allesbehalve verfijnde planten waren het voorbeeld van wansmaak. Gelukkig is dat niet langer het geval: de dahlia mág weer en dit stimuleerde kwekers om nieuwere variëteiten te ontwikkelen. Eigenlijk is het niet zo gek dat deze planten op dit moment weer in the picture staan, want ze bloeien lang en houden kleur tot diep in de herfst. Favoriet zijn de enkel- of kleinbloemige cultivars die een mooie combi vormen met vaste planten, grassen en éénjarigen. Gladiolen bleven altijd populair om de wandelaars van de Nijmeegse Vierdaagse te huldigen, maar in de tuin werden ze een poos verbannen. Als je nu de jongste kinderen van die statige voorouders ziet, herken je haast de gladiool niet meer. Ze hebben een exotische uitstraling gekregen in prachtige nieuwe kleuren. Daardoor zijn ze uitgegroeid tot echte “hebbedingen” die beter toepasbaar zijn, omdat ze over het algemeen ook wat bescheidener van grootte zijn.

Zoeken tussen de gedrochten

Het is nog niet eens zo heel lang geleden dat er in de Nederlandse tuinenwereld maar een paar daglelies (Hemerocallis) toegepast werden. Hemerocallis fulva was toen een topper. Hoog op de ranke stelen staan abrikoosoranje zestallige bloemen sierlijk rechtop tussen de andere planten. Maar daglelies zijn op dit moment zo populair geworden – verzamelaars geven veel geld uit voor weer nieuwe variëteiten – dat kwekers, vooral in de VS, de meest idiote bloemvormen toevoegen aan het assortiment van inmiddels meer dan 60.000 geregistreerde cultivars. De bloemen zijn vaak volkomen buiten proportie en zien eruit als wanstaltige gedrochten waaraan geen poëzie meer te beleven is. Gelukkig zitten tussen al die lawaaierige types ook subtielere planten met een natuurlijker karakter, die veel beter passen bij onze manier van tuinieren.

Schermen voor de afwisseling

In de bloemrijke bermen van tegenwoordig zie je vaak de vuilwitte of roze/lila platte schermen staan van het duizendblad (Achillea). Deze heemplant heeft veel broertjes en zusjes die een waardevolle aanvulling zijn voor een gemengde border. Ook deze duizendblad-familie heeft zich behoorlijk uitgebreid; kwekers zijn aan de slag gegaan om meer kleuren aan het assortiment toe te voegen. Schermbloemen worden namelijk graag toegepast in de border, vanwege het verschil in bloemvorm met de andere borderbewoners die vaak langgerekte aren of margrietachtige bloemen hebben. Het is wel een feit dat enkele nieuwe kleuren erg verbleken tijdens het bloeiseizoen; dat kan lastig zijn als er op kleur getuinierd wordt. Ook zijn sommige van die jonge selecties niet langlevend, zodat je die planten al snel weer opnieuw moet aanschaffen als je ze toch in de border wilt houden. Een andere schermbloem, die net als het duizendblad veel vlinders trekt, is het vetkruid (Sedum). Een hele oude bekende is Sedum “Herbstfreude”, met schermen vol rozerode bloemetjes die op dikke stelen staan met mollige, vettige blaadjes. In de nieuwe generatie vetkruid wordt vooral aandacht besteed aan het kweken van soorten met donker, soms bijna zwart blad. “José Aubergine” doet haar naam eer aan, want het blad heeft inderdaad de kleur van die groente, waarbij de rozerode schermen erg mooi afsteken. 

Helemaal uit je dak van die ene plant

Er zijn kwekers die zich gespecialiseerd hebben in het opzetten en onderhouden van alle verschillende planten uit één familie. Zij krijgen van “De Koninklijke Vereniging voor Boskoopse Culturen” het predicaat Nationale Collectiehouder voor bijvoorbeeld de Iris, Geranium of Astilbe. Vaak zijn die kwekers zo gepassioneerd dat ze zo nu en dan ook nieuwe planten kunnen introduceren om hun collectie aan te vullen. Tuingoed Foltz uit Meeden is bijvoorbeeld collectie-houder van het geslacht Salvia en Echinacea. Zij hebben dus hier in Nederland de meeste keus binnen die families. Veel plantenjagers en verzamelaars komen hier graag op af. Zeker als er weer nieuwe cultivars geboren zijn. 

De wereld kent een enorme verscheidenheid aan planten, maar gelukkig geldt ook hier dat op elk potje een dekseltje past. Er is dus altijd wel iemand is die helemaal uit z’n dak gaat van een bepaalde plant, en zich volledig wil inzetten voor het koesteren en verzamelen van het hele geslacht. Hun niet aflatende passie voor het verbeteren van de plantencollecties maakt dat wij tuiniers tegenwoordig zoveel keus hebben. Daar wordt het soms ook moeilijker van als je met je mandje op een kwekerij rond loopt. Maar over het algemeen mag je wel stellen dat iedereen, op welke grond je ook tuiniert, een mooie tuin kan maken, met een hele eigen invulling.

Bron: Gert Tabak | Beeld: Gert Tabak

Laatste nieuws