Smok

Charlotte Pennink zit al zo'n 30 jaar in het boekenvak als redacteur en journalist, en sinds tien jaar als boekenverkoper.

Tekst: Charlotte Pennink | Foto: skynesher / iStock

Charlotte Pennink zit al zo'n 30 jaar in het boekenvak als redacteur en journalist, en sinds tien jaar als boekenverkoper.

Heb je dat ook wel eens? Je staat op het punt iemand te begroeten en moet dus razendsnel beslissen of je volstaat met het geven van een hand of dat je de ander toch maar zult zoenen. En áls je besluit te zoenen: hoeveel zoenen dan? En welke wang bied je als eerste aan om te laten zoenen? Wat volgt is een vaak ongemakkelijke situatie met handen die elkaar missen, zoenen die raar terechtkomen, verontschuldigend gegiechel en gegeneerde blikken.

'Drie keer zoenen is tegenwoordig heel normaal'

En het begon ooit allemaal nog wel zo eenvoudig met Petrus’ oproep (1 Petrus 5:14) om elkaar te begroeten met een kus als teken van uw onderlinge liefde. Daar kan toch werkelijk niemand iets tegen hebben, zou je denken. Toch deden wij Nederlanders eeuwen-lang niet aan “sociaal zoenen”. Zoenen was iets intiems. Als je geen liefdesrelatie had gaf je elkaar een hand, een gewoonte die eind vorige eeuw vlot verwerd tot een ouderwetse en vormelijke handeling. Behalve dan in het zakelijk verkeer. In de sociale bovenklasse was het inmiddels bon ton elkaar te begroeten met een zoen. Inderdaad met één zoen. Heel soms met twee. Ook als je familie van elkaar was. Op het platteland, en vermoedelijk dus ook bij ons in het nuchtere Noorderland, deed men overigens helemaal niet mee aan die poeha van het zoenen. “Wij” bewaarden onze welgemeende smok voor intimi. Maar ja, toch is drie keer zoenen tegenwoordig heel normaal. Zelfs bij ons in de noordelijke provincies. Het schijnt dat de drieklapper vanuit Brabant aan zijn opmars is begonnen. En die Brabanders zouden weer zijn aangestoken door onze zuiderburen en de Fransen.

Nu ben ik, zoals je wellicht weet, vaak in Frankrijk. En neem van mij aan: daar is de verwarring over het zoenen nog véél groter. Het zoenen is daar sterk regionaal bepaald. In verreweg het grootste deel van het land zoent men elkaar twee keer en in de Provence geven ze er één extra. Dat komt natuurlijk door hun zonnige natuur, hoor ik je denken. Maar let op, daar vergis je je: in de noordelijke streek waar ik graag vertoef, zoenen ze niet twee of drie keer, nee, víer keer! We hebben het hier over een plattelandsregio, die al uitzichtloos lang onderaan de economische statistieken
bungelt. Man en ik noemen de streek niet voor niets het Noordoost-Groningen van Frankrijk. Maar waar wij Noorderlingen dus van oudsher zuinig zijn met begroetingszoenen, wordt daar uitbundig gekust. Ik wil maar zeggen: de hoeveelheid zoenen heeft niets te maken met welstand. 

Intussen is in studentenkringen het drie keer zoenen helemaal passé. Twee keer, vaker nog één keer vinden de studerende jongeren in mijn omgeving meer dan voldoende. Nog hipper is de hug, de omarming. Daarbij schampen de wangen elkaar, maar doet de mond helemaal niet meer mee. Ikzelf zie wel wat in die omarming (niet te verwarren met de omhelzing, want die wordt al snel alles-omvattend en dat wil je – zeker als man – voorkomen in deze tijden van #metoo). Maar terwijl ik dit schrijf, vraag ik me af wat de lezer van Noorderland hier eigenlijk van vindt. Wat is jouw mening over zoenen (ook bij mannen onder elkaar), omarmen, een cool “boksje” met de vuist of handen schudden als begroeting? En welke begroeting heeft je voorkeur? Laat het ons weten via de mail: [email protected]

Deze column verscheen in Noorderland 2-2018. Bestel het nummer hier.

Laatste nieuws